zaterdag 6 juni 2020

Favoriete natuurgebieden: Kampina Oisterwijk

Frans Kapteijns kwam met hashtag #WelkomteruginNL. Een mooi initiatief om je favoriete natuurplekjes aan te prijzen. Ik heb natuurlijk wel een paar plekken die mijn voorkeur genieten, maar er is niet een natuurgebied het zelfde. Daarom vandaag de tweede uit een reeks favoriete natuurplekken. Na de Neterselse Heide is nu de beurt aan natuurgebied De Kampina en Oisterwijkse vennen, gelegen tussen Oisterwijk, Oirschot en Boxtel. Het gebied maakt deel uit van het Europese natuurnetwerk Natura 2000 onder de gebiedsnaam Kampina & Oisterwijkse Vennen.

De kaart toont niet alleen De Kampina, maar ook de Oisterwijkse vennen.

De Kampina is een natuurgebied met bos, heide en beekdalen in de provincie Noord-Brabant, gelegen tussen Boxtel en Oisterwijk. Het gebied is sinds 1929 grotendeels eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten en is ruim 1200 hectare groot. De Kampina is een gevarieerd natuurgebied met een uitgestrekt heide, dennenbossen en vele vennen. Centraal ligt de grote Kampinase Heide die gesierd wordt door talrijke vennen zoals als het Belversven, meer beschut liggen de Huisvennen en de Zandbergsvennen, die bijzonder rijk zijn aan libellensoorten. Over de heide klinkt de zang van de wulp. De heide is hier en daar venig en kent bijzondere soorten als lavendelheide. Vooral aan de noordzijde en de oostzijde liggen uitgestrekte (aangeplante) dennenbossen.

De Huisvennenroute start aan het parkeerterrein aan de Bosrand staat een grondwaterpijl meter.

De Huisvennen zijn ideaal voor Libelle en juffers.

Huisvennenroute
Vanaf de parkeerplaats start de wandeling. De route is eenvoudig te wandelen door de witte pijlen te volgen. Een kaart heb je dus niet nodig tijdens deze wandeling. Centraal op de Kampina liggen talrijke vennen zoals als het Belversven, meer beschut liggen de Huisvennen en de Zandbergsvennen, die bijzonder rijk zijn aan libellensoorten. Over de heide klinkt de zang van de wulp. De heide is hier en daar venig en kent bijzondere soorten als lavendelheide. Vooral aan de noordzijde en de oostzijde liggen uitgestrekte (aangeplante) dennenbossen.

De Huisvennen stammen mogelijk al uit de middeleeuwen. Veenwinning gaat gepaard met sterke ontwatering. Daardoor zijn er in dit vrij laaggelegen gebied in de loop van de 19e en 20e eeuw maar een paar vennen. Het gebied is in 1832 deels bebost met naaldbos. Mogelijk groeit dit op ontwaterd veen. In het begin van de 20e eeuw komt de brandstof van de Boxtelse elektriciteitscentrale voor een belangrijk deel uit de Huisvennen. In 1950 wordt in de Huisvennen het waterpeil met ongeveer 75 cm verhoogd. Sindsdien is het gebied weer veel natter, met meer vennen. Op een historische kaart van circa 1800 – 1836 staan groot en klein Glasven vermeld. Dat moet zijn: Vlasven. In het gebied zijn nog enkele oude wegtracés zichtbaar, met aan weerszijden sloten. Sinds de waterstandsverhoging zijn deze tracés veel natter geworden en deels onder water verdwenen.

Het Belversven (westoever) en Kogelvangersven.

Het Belversven wordt (samen met het Winkelsven) wel aangemerkt als een van de soortenrijkste vennen van Nederland. Het behoort tot het habitattype 'zwakgebufferd vennen' (code H3130). Dat zijn vennen met helder water en vegetaties van biesvormige planten. Het water is voedselarm, maar niet echt zuur. Zwakgebufferde vennen komen meestal voor in open heidelandschappen van hogere zandgronden. Ze worden bedreigd door verzuring, verdroging en luchtverontreiniging. In zwakgebufferde vennen komen een groot aantal soorten planten voor, waaronder veel pioniersoorten van kale oevers en open water. In het verleden werd het Belversven gevoed met lokale kwel uit de Kampina en mogelijk ook door overstromingen van de Rosep.

In de 18de eeuw was het Kogelvangersven de locatie waar de gendarmerie schietoefeningen hielden door over het ven in de zandwallen te schieten. Net als de andere nabijgelegen vennen wordt het Kogelvangersven door regenwater gevoed. Hierdoor zijn de vennen voedselarm en groeien er kenmerkende planten zoals zonnedauw, lavendelheide en veenbes. Natuurmonumenten wil in dit door naaldbomen dichtgroeiende gebied stuifzand en heide weer een kans geven. Daarom zie je dat wij aan de andere kant van het Kogelvangersven een aantal bomen gekapt hebben. De wind krijgt hier weer vrij spel, dit kun je zelf ervaren. Hierdoor groeit het gebied niet meer dicht en wordt de natuur hier aantrekkelijker voor de heide en bijvoorbeeld de nachtzwaluw en zandbij.

Grasveld vol spinnenwebben en Huize Kampina.

Een mooie witte woning doemt op in het bos, Huize Kampina. Het huidige huis ziet er bijna net zo uit als het eerste huis, dat in 1944 door de Duitsers is vernietigd. Na de Tweede Wereldoorlog is dit huis in 1947 herbouwd voor de toenmalige boswachter Van Ham. Daarna heeft het huis altijd dienst gedaan als boswachterswoning tot 1996. Vanaf toen, tot 2008 werd het verhuurd, waarna het in erfpacht verkocht is. Dit houdt in dat de grond nog steeds in eigendom is van Natuurmonumenten.

Zandverstuivingen zijn geen uitzondering in deze omgeving.

Een zandverstuiving is een open plek in de heide of de duinen waar geen enkele begroeiing optreedt en waar het zand door de wind en het water (regenbuien) verstoven wordt. Echt stuivend zand komt in Noordwest-Europa bijna niet voor. In Nederland is nog een aantal zandverstuivingen te vinden. De wind zorgde er dan voor dat het stuifzand zich steeds verder verspreidde waardoor de zandverstuiving steeds groter werd. In een grote zandverstuiving kunnen door de wind duinen ontstaan. Langs de rand van een zandverstuiving ligt meestal een hoge zandwal, waar het zand zich op verzamelt. Soms werden hele dorpen bedreigd door het oprukkende zand. Zo kon een enkele storm vanuit de zandverstuiving een oogst door een dunne zandlaag op de kwetsbare plantjes vernietigen.

De Tour de Frans Toren, op het Banisveld.

In september 2016 ging Frans Kapteijns met pensioen. De Oisterwijkse boswachter van Natuurmonumenten kreeg een drukbezochte afscheidsreceptie en werd verrast met een gemeentelijke onderscheiding en een provinciaal eerbetoon, aangeboden door commissaris van de koning Wim van de Donk. Kapteijns nam na 26 jaar afscheid van Natuurmonumenten. Maar de toren kon er alleen komen door een bijdragen uit crowdfunding.

Met de aanvullende inkomsten uit de crowdfunding werd de begroting voor een nieuwe uitkijktoren sluitend gemaakt. Door 299 donateurs werd € 30.275,00 bijeen gebracht. En dat was 101 % van de benodigde € 30.000,00. De uitkijktoren zou tussen de € 50.000,- en € 90.000,- gaan kosten. In de zomer van 2017 zou de toren er staan, was de planning. Het liep even anders. Anderhalf jaar later, op 18 mei 2019 was de toren helemaal klaar voor de officiële opening.

De toren staat op het meest geliefde plekje van Frans Kapteijns, het Banisveld, dat deel uit maakt van natuurgebied Kampina. Op het Banisveld, tussen Oisterwijk, Oirschot en Boxtel stond een houten kijktoren met een uitzicht over Banisveld. Die toren was in verval geraakt en moest om veiligheidsredenen verdwijnen. Maar er kwam een nieuwe toren.

Jarenlang werd Banisveld intensief als landbouwgrond en lokale vuilnisbelt gebruikt, waardoor de grond verzadigd was met meststoffen, de grond was zeer voedselrijk. Die bemeste grond heeft Natuurmonumenten afgegraven en binnen enkele jaren was het resultaat al duidelijk. Tal van bijzondere planten schoten uit de onderliggende zaadbodem omhoog, zoals teer guichelheil, diverse Zonnedauw en Moeraswolfsklauw. De natuur krijgt weer volop lucht! In de bermen langs deze weg, op de hoger gelegen dijken, kwam ook ineens het plantje hengel weer terug. Je herkent het aan zijn gele bloemetjes en gebogen stengel, waar hij zijn naam aan dankt.

De Beerze is een belangrijke levensader voor De Kampina.

Er lopen ook twee beken meanderend door door de Kampina, de Beerze en de Rosep. Dankzij de inspanningen van Pieter van Tienhoven (van 1907 tot 1953 penningmeester van de Vereniging Natuurmonumenten) zijn zij voor de golf van ruilverkaveling en kanalisaties gespaard gebleven, waar het natuurschoon langs zoveel andere beken ten onder aan is gegaan. De Beerze is een middelgrote beek met een omvangrijk moerassig beekdal. In de Smalbroeken, een vaak inunderend deel van dat dal, groeien zware moerasbossen van onder andere zwarte els met lianen als hop en kamperfoelie, waarin zich de blauwborst en de sprinkhaanrietzanger verschuilen. In de moerassen en graslandjes komen gagelstruwelen, beenbreek en zeggesoorten voor. De Rosep is binnen de Kampina maar een bescheiden stroompje zonder veel dalvorming.

De Beerze is een beek in Noord-Brabant. De beek wordt gevoed door de beekjes Groote Beerze en Kleine Beerze. De Groote Beerze ontspringt als Aa of Goorloop in het Belgische Lommel. De Kleine Beerze ontspringt in Het Brabantse Duizel. Nabij landgoed Baest komen de Groote Beerze en de Kleine Beerze samen en stroomt vanaf daar verder als Beerze. Om een watermolen bij Boxtel aan te drijven is daar rond 1200 een aftakking gegraven die in de Dommel uitkomt. Deze aftakking heette oorspronkelijk Molengrave of Molengraaf, staat op latere kaarten ook als Stroom genoemd, maar draagt officieel de naam Smalwater. De oorspronkelijke beek heeft nu meer van een zijtak die bij Esch in de Esschestroom uitmondt. Deze tak heet Kleine Aa, Kleine Dommel, of Dommeltje, maar is per abuis ook weleens als Smalwater aangeduid. De Beerze loopt voor een groot deel door natuurgebieden en heeft dan ook op veel plaatsen haar oude meanderende loop behouden. Wel zijn op een aantal plaatsen omleidingen aangelegd. In de periode 1990-1999 is bij Viermannekesbrug een overstromingsgebied voor de Beerze gerealiseerd van zo'n 50 hectare. Het gebied staat ongeveer drie maanden per jaar onder water.

De Rosep is de tweede beek die door het gebied stroomt.

De Rosep is een beekje dat begint als een gekanaliseerde beek bij Haghorst. Na de kruising met de weg Moergestel-Oirschot loopt zij grotendeels door het natuurgebied Kampina, waardoor de meanderende loop en karakter bewaard zijn gebleven. De Rosep stroomt langs het Belversven, dat iets naar het oosten ligt. Ten zuiden van Haaren mondt de Rosep uit in de Esschestroom.

Langs de bovenloop van de Rosep, ter hoogte van de Rosepdreef en de Rozephoeve, ligt het landgoed Rozep, van 254 ha, bestaande uit gemengd bos en cultuurland. Het is in particulier bezit.

Oisterwijkse Vennen
De Oisterwijkse Bossen en Vennen vormen een natuurgebied in de gemeente Oisterwijk van ruim 750 ha in het Nationaal Landschap Het Groene Woud. Hiervan is ruim 400 ha eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten.

Het gebied was ooit een uitgestrekt heidegebied waarin zich vele vennen bevonden, maar vanaf 1801 begon men het gebied te bebossen. Jongere aanplant dateert van omstreeks 1840. Tot 1912 behoorde het gebied tot het landgoed "De Hondsberg", ooit verbonden aan het voormalige Kasteel Durendaal. Er waren plannen om het gebied te verkavelen en te bebouwen, waarop het in 1913 door de Vereniging Natuurmonumenten is aangekocht. Zij werd daartoe aangemoedigd door de plaatselijke VVV die beducht was voor plannen om de bossen te kappen en de vennen droog te leggen en kreeg steun van de gemeenten Tilburg en Oisterwijk in de vorm van renteloze leningen en later ook giften. Een belangrijke doelstelling bij de aankoop was ook om te voorkomen dat het gebied met villa's zou worden volgebouwd. Als penningmeester speelde Pieter van Tienhoven hierbij een belangrijke rol. Naar hem is de Van Tienhovenlaan genoemd, die het gebied doorsnijdt. Tot 1932 werden aankopen gedaan, waardoor het gebied 391 ha omvat.

Groot Kolkven en Van Esschenven.

Het Groot Kolkven is een restant van een oud smeltwaterdal. De vennen Witven, Van Esschenven en Groot en Klein Aderven zijn ontstaan door winderosie, wat volgt uit hun ligging in westzuidwest-oostnoordoostelijke richting.

De Boompieper, Roodborsttapuit juveniel, Goudhaantje en Grote Karekiet zijn enkele van de vogelsoorten die Kampina rijk is.

Prachtige natuur, afwisselend van open heidegebied tot dicht beukenbos. Als je geluk hebt zie ook nog een ree.

Dit is slechts een beknopte beschrijving van de natuurgebieden Kampina en Oisterwijkse Vennen. Een volledige beschrijving zou mijn blog vol doen stromen. Ervaar de schoonheid van de gebieden door enkele wandelingen te ondernemen. Met een wandeling is het gebied niet te bewandelen, daar is het te groot en te mooi voor. Op de website van Natuurmonumenten zijn diverse wandelroutes te vinden.