In een nieuw natuurgebied aan de rand van de dorpskern van Hapert is een woonbos gerealiseerd. Het woon en werkbos wordt de groene bosrijke entree van het park en zorgt tevens voor een groene buffer naar de bebouwde kom van Hapert. Op de lagere delen in het Woon-werkbos wordt het regenwater vastgehouden en geïnfiltreerd. Via een verfijnd stelsel van greppels en loopjes wordt het regenwater van het gehele Kempisch Bedrijvenpark (KBP) verzameld, afgevoerd en geïnfiltreerd in de lagere delen van het park.
Het Woonbos is toegankelijk voor voetgangers
De inheemse beplanting is op dusdanige wijze aangeplant dat het groen zorgt voor de afvang van fijnstof. Zo is de groenstructuur gebaseerd op de heersende windrichting (zuidwest). Er zitten in het beplantingsplan ruimtes tussen de heester- en boomlaag en er zijn her en der in de zoomlaag gaten gemaakt. Het groen fungeert daarmee als een filter van fijnstof. Om toekomstige bedrijven te inspireren om ook rondom hun bedrijfspanden op duurzame wijze met groen om te gaan, zijn bij het informatiecentrum een zogenaamde biodiversiteitsborder en een groene gevel aangelegd. Een dergelijke border zorgt voor schuilgelegenheid voor dieren en voorziet in voedselplanten en - dankzij de aangelegde vijver - ook voor drinkwater. In de border zijn zoveel mogelijk verschillende nectar- en stuifmeelplanten met uiteenlopende bloeiperioden opgenomen die belangrijk zijn voor wilde bijen, die hun nesten maken in het insectenhotel. De biodiversiteitsborder had meteen resultaat: twee maanden na aanleg werden al rupsen van de koninginnepage gesignaleerd.
Aan de westkant, in de Ecozone, wordt het grondwater aangesneden aan de rand van het zand. Deze kwelbronnetjes voeden een nieuw stroompje dat noordwaarts loopt richting Woonbos. Regenwater wordt zoveel mogelijk vastgehouden en geïnfiltreerd, waardoor een diversiteit in biotopen is ontstaan. In het Beeldkwaliteitsplan doen we de suggestie dat bedrijven vegetatiedaken aanleggen. Het overschot aan dak- en regenwater wordt uiteindelijk - gescheiden van het schone kwelwater - via greppels naar het Woonbos afgevoerd, waarbij het onderweg op natuurlijke wijze door het zand wordt gezuiverd.
De eenden en ganzen lagen op de loopsteiger te luieren. De aalscholver zat op een paal op de uitkijk. Voordat ik een beetje in de buurt kon komen was de vogel dan ook gevlogen. Het vele regenwater van gisteren was voor een groot deel weer weggetrokken. De kikkers kwaakte onophoudelijk tegen elkaar in. De reuk van afvalwater, die er gisteren hing was verdwenen. Wel waren nog resten van riooloverstort te zien. Waar het water weggetrokken was bleef een slijmerige substantie over die in het water kleurden zoals olie dat doet.
Het Woonbos is het retentiegebied van het hele bedrijvenpark. Hier zijn blusvijvers en worden natte en drasse bloemenweides afgewisseld met drogere natuurbosstroken. Dit past goed in de omgeving die van oorsprong bestaat uit een zandige laagte die elke winter drassig werd. In het Woonbos zijn bosschages geplant, maar voor de rest is er niets ingezaaid: alles wat er nu staat is spontane opslag. Op de drogere delen liggen poelen met zonnetaluds voor reptielen en amfibieën. Uit de monitoring van het gebied blijkt wel dat er opvallend veel vlindersoorten en vleermuizen zijn.
Gaspeldoorn - Ulex europaeus
De Gaspeldoorn (Ulex europaeus) is een struik uit de vlinderbloemenfamilie, Leguminosae of Fabaceae. De plant is niet goed tegen koude en vorst bestand en komt in Europa daarom veel aan de kust van de Atlantische Oceaan voor. Op de Britse Eilanden groeit veel Gaspeldoorn. Rechtop groeiend kan de gaspeldoorn een hoogte bereiken van drie meter, maar de struik blijft op onbeschutte of begraasde plaatsen een stuk lager.
Links: Hulst (Ilex aquifolium), rechts; Gelderse roos (Viburnum opulus)
De Hulst (Ilex aquifolium) is een plant uit de hulstfamilie (Aquifoliaceae) die van nature voorkomt in het westen en zuiden van Europa, het noordwesten van Afrika en het zuidwesten van Azië. Het is de enige groenblijvende loofboom die van nature voorkomt in de Benelux. De hulst komt voor in beuken- en eikenbossen: de boom verdraagt een zure grond. De langzaam groeiende boom kan tot 10 m hoog worden en wordt gemiddeld 100 jaar oud. De leerachtige bladeren van de hulst zijn getand en voorzien van stekels. De plant heeft rode bessen.
De Gelderse roos (Viburnum opulus) is een plant uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). De soort komt van nature voor in de Benelux. De plant wordt tot 3 m hoog. De Gelderse roos bloeit in mei en juni met witte bloemetjes die in platte tuilen voorkomen. De randbloemen zijn steriel, de overige bloemen zijn fertiel (vruchtbaar). De randbloemen hebben de functie om insecten te lokken. Na de bloei komen er trosjes met hangende bessen, die lang aan de struik blijven zitten.
Grote lisdodde (Typha latifolia)
De Grote lisdodde (Typha latifolia) is een plant uit de lisdoddefamilie (Typhaceae). Het is een tot ruim 2 m hoge plant van voedselrijke oevers met lange grote bladeren, en een karakteristieke bruine 'sigaar' aan het uiteinde van zijn stengels. De plant bloeit in juni en juli met de mannelijke aar meestal direct boven de vrouwelijke lichtbruine aar, waaraan de bloemen zitten. Bij rijpheid zijn de vrouwelijke aren zwartachtig bruin; de sigaren. Bij de kleine lisdodde (Typha angustifolia) zijn de rijpe sigaren geelachtig tot groenachtig van kleur.
De lisdodde staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen.