donderdag 18 juni 2020

Gewone doolhofspin zit in een trechterweb

De Gewone doolhofspin maakt een trechtervormig web waar ze op hun prooi wachten. Het zijn dan ook passieve jagers. Haar schuilplaats heeft een typische trechtervorm en is zoals een trechter ook open aan de onderkant. Die opening is de nooduitgang waarlangs ze vlucht wanneer ze langs boven wordt aangevallen.

De Gewone doolhofspin zit voor in een trechterweb, wachtend op prooi.

De Gewone Doolhofspin maakt een opvallend, tot 50 cm breed trechterweb, meestal laag in de vegetatie, soms ook hoger (tot 1 meter) in bijvoorbeeld struiken of braamstruweel. Boven het vlakke web bevind zich een wirwar van "struikeldraden". De spin zit zelf meestal in de trechteropening, en stort zich vandaaruit op in het web geraakte prooien. De paring vind in de zomer plaats, waarna beide geslachten een paar weken bij elkaar in het web blijven. De woonbuis wordt later door het vrouwtje omgebouwd tot een kraamkamer, waarin ze haar grote, witte eicocon bevestigt aan stervormige opgehangen spinselbanden. De jonge spinnen verlaten het nest pas het volgende voorjaar.


De vrouwtjes worden 8 tot 12 mm groot, de mannetjes worden 8 tot 9 mm. De spin is meestal te vinden in dichte begroeiing bij zonnige bosranden. De doolhofspin creëert enorme trechterwebben tussen gras of lage vegetatie.