De Grauwe gans met vijf jonge kuikens.
Paarvorming vindt plaats vanaf 1 ½ jaar. Grauwe ganzen vormen paren voor het leven. Iedere keer dat het mannetje, de gent (ganzerik of gander) en het vrouwtje, de gans elkaar tijdens de paartijd (eind februari tot eind juni) weer ontmoeten, wordt er onder veel gegak een ingewikkeld ritueel uitgevoerd om hun huwelijk opnieuw te bevestigen.
De broedtijd loopt van eind februari tot eind juni met 1 legsel per jaar bestaand uit 4 tot 8 dof witte eieren. Het broeden gebeurt in een losse kolonie zodat roofdieren sneller worden opgemerkt en weggejaagd. Na bijna 1 maand komen de eieren uit en na 8 weken zijn de jongen zelfstandig en vliegvlug.
Grauwe ganzen leven in allerlei gebieden, maar altijd in de nabijheid van water en open gebieden. In Nederland en België broeden ze in moerasgebieden. De vogels overwinteren vooral op boerenland, meren, uiterwaarden en grote natte natuurgebieden.
De grauwe gans is beschermd onder de Wet natuurbescherming.