De Rode eekhoorn, of Gewone eekhoorn, lijkt hier niet schuw te zijn, maar is dat wel.
Eekhoorns zijn omnivoren. Dat betekent dat hun ze zowel plantaardig als dierlijk voedsel eten. De eekhoorn voedt zich voornamelijk met boomzaden zoals eikels, noten en kegels van naaldbomen. Ook eten ze knoppen, bladeren, bessen paddestoelen, rupsen, vogeleieren en zelfs jonge vogels. De eekhoorn eet dagelijks vijf procent van zijn lichaamsgewicht aan voedsel. De eekhoorn vindt kleine nootjes en zonnebloempitten ook lekker. Hij (of zij) neemt rustig de tijd om de zonnebloempitten op te peuzelen. Ik zat vanmorgen vanuit de fotohut op de ereloge, en kon rustig foto's en een video maken tijdens zijn ontbijt.
De ondersoort die in Nederland voorkomt (Sciurus vulgaris russus) heeft een kop-romp lengte van gemiddeld 216 mm en weegt gemiddeld 310-315 g (in de zomer). Deze ondersoort heeft een West-Europese verspreiding en is waarschijnlijk groter dan de ondersoort die voorkomt op de Britse eilanden (Sciurus vulgaris leucourus). Eekhoorns hebben oorpluimen in de winter en een grote pluimstaart, die naast de signaalfunctie (het maken van zwaaiende en golvende bewegingen als ze zich onzeker of bedreigd voelen) dient voor het evenwicht bij het springen en regeling van de lichaamstemperatuur. De kleur van de pels kan variƫren van rood tot bruin, zandkleurig, grijs of zwart, met een witte buik. In de winter zijn de flanken wat grijzer. Ze hebben 4 tenen aan de voor- en 5 aan de achterpoten, met scherpe nageltjes om goed te kunnen klimmen. Een opvallend kenmerk zijn de onderkaak helften die los van elkaar kunnen bewegen, waardoor ze gemakkelijk noten kunnen openkraken.