Het mannetje begint zijn liefdesaanzoek met de balts. Als dat bij het vrouwtje welgevallig is, laat zij dat zien door samen te baltsen.
Futen staan bekend om hun baltsgedrag. Dan zwemmen ze naar elkaar toe, met de hals gestrekt, en zwemmen tegen elkaar op, met de borst uit het water geheven. In het voorjaar bouwt een futenpaar een speelnest op het water waar op ze uiteindelijk paren. Kort daarna wordt langs de waterkant een steviger nest gebouwd, waarin 3 tot 4 bleek blauwgroene eieren worden gelegd, die later verkleuren tot geel en bruin. De broedperiode loopt van maart tot en met juni.
Als het mannetje het vrouwtje heeft gevonden dan begint de balts. Een soort “hofmakerij” om vertrouwd met elkaar vertrouwt te geraken, als voorspel op de paring. Daarbij horen vaak allerlei karakteristieke gedragspatronen. Als je enige tijd naar vogels kijkt kun je er gemakkelijk een paar herkennen.