Een Fazant haan. De laatste jaren neemt het aantal broedvogels af met ongeveer 5% per jaar.
Op een boomkwekerij in Hulsel, naast een wat palmstruiken zag ik een fazant haan staan. Dus ben ik snel omgekeerd en ben langs de weg gaan staan om vanuit het open portierraam wat foto's te nemen. Fazanten zijn prachtig gekleurde vogels - althans, de mannetjes. De vrouwtjes zijn bijzonder goed gecamoufleerd. De mannetjes zijn onmiskenbare grote, statige hoenders. Naast de opvallende kop hebben mannetjes een lange gebandeerde staart en een bruin lichaam met donkere vlekken en schubben. Vrouwtjes kunnen met andere soorten worden verward. Zij hebben ook een lange staart en zijn geheel bruin met donkere vlekken. Fazanten vliegen vaak op het laatste moment op met een rauwe kreet bij een naderend persoon.
Fazanten hebben een lang broedseizoen, van maart tot en met juni. De vogels leven in een haremstructuur, waarbij een mannetje vaak meerdere vrouwtjes bevrucht. Het nest wordt goed verscholen gemaakt. Eén legsel met 10 tot 14 eieren. Broedduur 22 - 27 dagen. De goed gecamoufleerde vrouwtjes broeden de eieren uit. De jongen verlaten meteen na uitkomen het nest en volgen het vrouwtje en de andere jongen. Wel zoeken ze meteen hun eigen voedsel.
Fazanten komen in grote delen van Nederland voor maar ontbreken in stedelijk gebied en bosrijke omgeving. Ze zijn het talrijkst in agrarisch gebied op de kleigronden van Zuidwest- en Noordoost-Nederland. Rond 1975 kwamen Fazanten nog wijd verspreid voor op de Veluwe en in andere bosachtige gebieden. De verdwijning hier, en de scherpe afname op veel plaatsen elders, is een gevolg van het vanaf 1978 geleidelijk afbouwen van het uitzetbeleid. De onnatuurlijk hoge dichtheden die daarvan het gevolg waren, verdwenen als gevolg van predatie door Vos en Havik, iets dat versneld werd door enkele strenge winters. De afname vlakt inmiddels af en de soort weet zich in verschillende delen van het land te handhaven, zij het in lagere dichtheden dan weleer. Illegale uitzet komt overigens nog steeds voor.
In najaar en winter vormen Fazanten groepjes die op plekken met veel voedsel en dekking samenscholen. Zulke plekken liggen doorgaans op slechts enkele honderden meters van de broedplaats. Grotere verplaatsingen lijken niet voor te komen. De wintergroepen vallen in het vroege voorjaar uiteen.