maandag 11 juni 2018

De Eikenpage zat eens niet in een boomtop

De eikenpage is zo'n vlinder waarvan je naar de naam van de soort moet zoeken, als je hem ziet. Dat had ik ook vanmiddag toen in in Netersel nabij de Groote Beerze deze vlinder onder enkele grote eiken op het blad van de Grote brandnetel zag zitten.

De Eikenpage (man) zat eens niet boven in de toppen van de eikenbomen.

De eikenpage (Favonius quercus, ook wel in de geslachten Quercusia en Neozephyrus geplaatst) is een vlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. De spanwijdte varieert tussen de 28 en 34 millimeter. De bovenkant van de vleugels van de mannetjes is iriserend blauw op een bruine basiskleur, bij de vrouwtjes ontbreekt de irisatie grotendeels, slechts twee kleine vlekken op de voorvleugels zijn iriserend blauw.

De waardplant van de vlinder is de eik. De vliegtijd is van juni tot en met augustus. De vlinder is vaak lastig waar te nemen omdat een groot deel van de tijd hoog in de toppen van eiken wordt doorgebracht. Ook vliegen ze vaak later in de middag tot ver in de avond. Af en toe, vooral bij warm en droog weer, dalen de vlinders tot lagere takken of zelfs naar bloeiende planten zoals wilde liguster om nectar te drinken. In de toppen van de eiken voeden de vlinders zich met honingdauw, een nectar-achtige vloeistof die wordt uitgescheiden door veel soorten blad- en schildluizen.


De eitjes overwinteren, waarna in het voorjaar de rupsen zich met de bloesem van de eik voeden. Het verpoppen vindt plaats in een los spinsel tussen mos of bladresten op de grond.