De juveniel ziet er uit als het volwassen vrouwtje. Het verschil is merkbaar aan de speelse gedragingen van de jonge vogels.
Het Zwartkop vrouwtje en de juveniel hebben een roestbruine pet, maar de rest van het verenkleed is grijsbruin. Het mannetje heeft een zwarte pet, waarbij de rest van het verenkleed is grijs is. Een jong mannetje krijgen in de winter ook een zwarte pet, met nog wat bruine vlekken. De zwartkop vliegt weinig en laat zich vooral horen. De zang wordt vaak omschreven als een versnelde zang van de merel. Tegenwoordig is de Zwartkop een normale broedvogel in parken en grote oude tuinen. De landelijke broedpopulatie nam de afgelopen tientallen jaren continu toe.
Broedt in bossen en allerlei halfopen landschappen met bomen en struiken, inclusief stedelijk gebied. Eileg van eind april tot eind juni, met piek in mei en begin juni. Eén tot twee broedsels per jaar, meestal 4-5 eieren, broedduur 12-16 dagen, nestjongenperiode 11-12 dagen, jongen worden na uitvliegen nog 2-3 weken gevoerd.