vrijdag 8 juni 2018

Weidebeekjuffers langs de rivieroever

Vanmorgen wandelde ik weer langs de Groote Beerze, tussen Netersel en Casteren. Ondanks de bewolking en de licht regen waren de Weidebeekjuffers toch actief. Andere juffers, zoals de Azuurwaterjuffer lieten zich sporadisch zien. De Vuurjuffer, Watersnuffel en de libelle verkiezen mooier weer.

De Weidebeekjuffer (hier de man) zoekt naar voedsel op de oeverplanten van de Groote Beerze.

De weidebeekjuffer (Calopteryx splendens) is een soort die de laatste jaren weer algemener geworden is dankzij de verbetering van de waterkwaliteit in waterlopen. Het gaat dus goed met deze soort die vooral opvalt door haar vlinderachtige vlucht in de buurt van beken. De weidebeekjuffer is een forse juffer met brede vleugels en een dicht netwerk van vleugeladers. De volwassen dieren (imagines) van de waterjuffers zijn typische juffers, met een lang, dun achterlijf, voor- en achtervleugels gelijk van vorm en in rust opgevouwen boven het achterlijf, en wijd uiteen staande ogen. Verder hebben ze praktisch allemaal een zwarte tekening op het achterlijf, die zelfs binnen de soort zeer variabel kan zijn. Ze hebben een vleugelspanwijdte tussen 2 en 4,5 cm. Vooral de soorten binnen het geslacht waterjuffer (Coenagrion) zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Subtiele verschillen in de vorm van het halsschild en de tekening op het achterlijf maken herkenning mogelijk.


Je vindt de weidebeekjuffer bij beken, rivieren en kanalen. De habitat betreft vrijwel altijd stromend water, met een vrij hoge zuurstofverzadiging. De hoogste dichtheden worden bereikt op plaatsen met een afwisselend, natuurlijk verloop van de beek, waardoor snel en langzaam stromende delen aanwezig zijn. Het water moet voor een deel in de zon liggen en in het water moeten voldoende drijvende of in het water hangende planten aanwezig zijn voor de ei-afzet.