De man van de Weidebeekjuffer.
De volwassen dieren (imagines) van de waterjuffers zijn typische juffers, met een lang, dun achterlijf, voor- en achtervleugels gelijk van vorm en in rust opgevouwen boven het achterlijf, en wijd uiteen staande ogen. Verder hebben ze praktisch allemaal een zwarte tekening op het achterlijf, die zelfs binnen de soort zeer variabel kan zijn. Ze hebben een vleugelspanwijdte tussen 2 en 4,5 cm. Vooral de soorten binnen het geslacht waterjuffer (Coenagrion) zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Subtiele verschillen in de vorm van het halsschild en de tekening op het achterlijf maken herkenning mogelijk.
Weidebeekjuffer - Calopteryx splendens (boven mannetje, onder vrouwtje).
De weidebeekjuffer (Calopteryx splendens) is een 45 à 48 mm grote Juffer uit de familie van de beekjuffers (Calopterygidae), die in Nederland en België vrij algemeen voorkomt bij stromend water van redelijke kwaliteit. Weidebeekjuffers zijn forse juffers met brede vleugels en een dicht netwerk van vleugeladers. De mannetjes hebben een blauw metaalglanzend lichaam en een grote zwarte vlek in de vleugels (van de knoop tot vlak onder de top). De vleugeladers hebben een blauwe glans. Pterostigma's ontbreken. De onderkant van de achterlijfspunt is vuilwit gekleurd. De vrouwtjes hebben een groen metaalglanzend lichaam. De vleugels zijn egaal van kleur, groen tot groenbruin getint, met een wit pterostigma waarin de vleugeladers doorlopen (pseudopterostigma).
Watersnuffel - Enallagma cyathigerum (niet uitgekleurd, geslacht onbekend).
De watersnuffel (Enallagma cyathigerum) is een 29 à 36 mm grote juffer uit de familie van de waterjuffers (Coenagrionidae). De watersnuffel heeft een kenmerkende borststuktekening. De lichte schouderstreep is minimaal even breed, maar meestal breder dan de zwarte schoudernaadstreep die eronder ligt. Bovendien is aan de basis van de tweede zijnaad geen kort streepje aanwezig. Alleen op de eerste zijnaad bevindt zich een dergelijk streepje. Bij andere blauwe juffers zijn beide streepjes aanwezig.
Het mannetje is blauw, met een relatief beperkte zwarte tekening op het achterlijf. De tekening op de bovenzijde van segment 2 is variabel, maar meestal in de vorm van een paddenstoel (of 'atoombommetje'). De segmenten 3, 4 en 5 hebben zwarte vlakjes bij de achterrand, die ongeveer een kwart van de segmentlengte innemen. Segment 6 is ongeveer voor de helft zwart, segment 7 vrijwel geheel, terwijl segment 8 en 9 geheel blauw zijn. Sporadisch komen mannetjes voor die een uitgebreidere zwarte tekening hebben.
Bij de vrouwtjes hebben de achterlijfsegmenten een tekening met brede zwarte torpedovormige figuren. De lichte delen van borststuk en achterlijf zijn eenkleurig geel, bruin, groen of blauw. Aan de onderkant van segment 8 steekt een doorntje naar achteren (de vulvaardoorn), die bij waterjuffers van het geslacht Coenagrion ontbreekt.
Jonge Watersnuffels, die nog niet uitgekleud zijn hebben een zalmkleurig lichaam.
Vuurjuffer - Pyrrhosoma nymphula (man)
De vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula) is een libel van de familie van de waterjuffers. Het is één van de weinige juffers die grotendeels rood gekleurd zijn. De vuurjuffer is een grote juffer, lengte tot 36 mm. Het abdomen van beide geslachten van de vuurjuffer (imago) is opvallende rood, maar bij de mannetjes hebben enkel de laatste segmenten donkere banden, bij de vrouwjes zijn alle segmenten zwart getekend Het borststuk is donker met een rode of (bij de vrouwtjes) donkergele schouderstreep. De poten zijn zwart. Het pterostigma is langer dan breed, ongeveer 1,5 vleugelcel lang, en zwart gekleurd.
De vuurjuffer is een weinig eisende soort wat het voortplantingsbiotoop betreft. Ze is tevreden met stilstaand of licht stromend water, zoals beken, poelen, (tuin)vijvers, laagveengebieden, ze is ook niet veeleisend voor wat betreft de waterplanten waarop ze haar eieren legt.