Deze foto (ISO 12.800) maakte ik bij natuurlijk (ontbreken van) licht. Als ik weer terug ga moet ik zelf voor indirecte bijverlichting zorgen.
De boerenzwaluw (Hirundo rustica) is een vogel die tot de familie zwaluwen (Hirundinidae) behoort. De boerenzwaluw is een opvallende verschijning door zijn blauwzwarte verenkleed met lange buitenste staartveren en door zijn grote wendbaarheid in de vlucht tijdens de jacht op vliegende insecten. Het voorhoofd en de kin zijn rood; zwarte borstband. Rest roomwit. Om te drinken vliegen ze vlak boven het wateroppervlak en steken af en toe hun snavel in het water.
Een groot deel van zijn leven brengt de boerenzwaluw in de lucht door. Het is een trekvogel die grote afstanden aflegt. De boerenzwaluw overwintert in Afrika, Zuid-Amerika of het zuiden van Aziƫ, waarna hij in de lente naar Europa trekt voor de voortplanting. De boerenzwaluw broedt in landelijke gebieden met voldoende water. Koppels bouwen hun nest van modder vermengd met speeksel in allerlei menselijke bouwwerken, zoals schuren en bruggen. Ze brengen in het broedseizoen twee of drie broedsels groot, alvorens weer naar de overwinteringsgebieden te trekken.
De vogel heeft een voorkeur voor het platteland als leef- en broedgebied, waarbij hij zijn nest onder andere bouwt in boerderijen, schuren en stallen. De Nederlandse naam verwijst daarnaar. Andere minder gebruikelijke of historische Nederlandse namen voor de boerenzwaluw verwijzen naar andere favoriete nestplaatsen in menselijke bouwwerken, zoals brugzwaluw, muurzwaluw, metselaar, schoorsteenzwaluw en rookzwaluw.
Het lichaam van de boerenzwaluw is slank en gestroomlijnd, de nek is erg kort en de vleugels zijn lang en smal. Hiermee is de boerenzwaluw goed toegerust voor een lang verblijf in de lucht. De korte poten en kleine tenen hebben weinig spieren in vergelijking met die van andere vogelsoorten. De boerenzwaluw rust relatief weinig en gebruikt de poten zelden om zich te ankeren, zoals bekend is van veel andere vogels. De korte snavel is geschikt voor het vangen van grote insecten en is aanzienlijk breder dan die van de meeste andere vogels die op vliegende insecten jagen.
Drie eitjes in het Boerenzwaluw nest. Daar komen nog twee eitjes bij voordat het broeden begint. (foto - 12 mei)
De totale lichaamslengte van een volwassen mannetje, inclusief de uitstekende staartveren, is meestal 17 tot 19 centimeter. De lichaamslengte kan echter variƫren van 14,5 tot 20 centimeter. De vleugelspanwijdte bedraagt 32 tot 34,5 centimeter en het gewicht ligt tussen de 16 en 22 gram. Het vrouwtje heeft veel kortere staartpennen en meestal een kleinere spanwijdte. Ze heeft daarentegen een grotere snavel en grotere poten en weegt gemiddeld meer dan een mannetje.
De boerenzwaluw is een dagactieve, sociale vogel. De zwaluw leeft vrijwel het hele leven in groepen van soortgenoten; dergelijke groepen verschillen onderling sterk in omvang. De habitat bestaat uit open, landelijke gebieden. Het leven in een groep heeft voor de boerenzwaluw onder andere als voordeel dat roofvogels eerder worden opgemerkt en dat elk individu minder kans heeft om gegrepen te worden. Boerenzwaluwen komen bij elkaar om te rusten en te zonnebaden of om elkaar te helpen bij het verdrijven van eventuele belagers. Tijdens de trek vliegen boerenzwaluwen meestal in kleine groepen en soms alleen, maar rusten 's nachts in grote groepen bij elkaar.
Wordt vervolgt.....