De speelse jonge Pimpelmeesjes gaan overal aan, of tegen hangen, om kleine insecten te zoeken.
De pimpelmees heeft een kenmerkend blauw ‘petje’, gele borst, smalle, zwarte oogstreep, zwartblauwe kinvlek en blauwachtige vleugels. Mannetjes helderder van kleur dan vrouwtjes en juvenielen.
De volwassen adult Pimpelmees. De felle blauwe kleur zien we niet bij de juveniele.
De jonge juveniel pimpelmees bezig met een lekkere badderpartij.
In broedtijd eten pimpelmeesjes vooral insecten en hun larven (rupsen), spinnen en andere geleedpotigen. In de winter ook veel zaden (o.a. berk, lariks, haagbeuk Spaanse aak) en pinda's; zijn dan ook veel te vinden op voedertafels. 's Winters ook in riet, op zoek naar insecten die uit de rietstengels worden gehakt. Foerageert vaak vrij hoog in de boom, in dunne takken en aan twijgen.