vrijdag 14 juli 2017

De snelle en behendige Tjiftjaf

De tjiftjaf (Phylloscopus collybita) is een kleine, slanke zangvogel uit de familie Phylloscopidae en een zeer algemene broedvogel in Nederland. Vanmiddag was deze Tjiftjaf een beetje aan het ruziƫn met de jonge koolmezen, waarbij opviel dat de Tjiftjaf sneller en behendiger in het vliegen is als de koolmees.

De Tjiftjaf is een klein zangvogeltje, 11 cm lang. De zang van de Tjiftjaf klinkt als zijn naam "Tjif-tjaf".

De naam ontlenen de Tjiftjafs aan hun zang (onomatopee), die klinkt als tjif-tjaf. De fitis en de tjiftjaf zijn tweelingsoorten en beide insecteneters met een dunne fijne snavel. Ze zijn zeer beweeglijk en vertonen onrustig gedrag. De tjiftjaf lijkt qua uiterlijk erg op de fitis, maar meestal hebben tjiftjaffen donkere poten, terwijl fitissen over het algemeen lichte poten hebben. Fitis en tjiftjaf zijn eenvoudig te onderscheiden door hun onderling verschillende zang. Het verenkleed is olijfgroen tot bruin en bestaat uit een vuilwitte tot geelwitte onderzijde en zwartbruine poten.


Tjiftjaffen broeden op of nabij de grond in bossen en allerlei halfopen landschappen met bomen en struiken, inclusief stedelijk gebied. De tjiftjaf heeft een voorkeur voor oudere loofbossen en gemengde bossen, maar is eigenlijk overal te zien waar bomen en struiken aanwezig zijn. Dus ook in parken en tuinen, belangrijk is wel dat de bodem bedekt is met dichte vegetatie.

Ze eten insecten en hun larven. Dat kunnen muggen, kevers of vliegen zijn. In het najaar doet hij zich ook tegoed aan bessen en zaden, zoals die van de bosbes, vlier, zwarte en gewone berk. Foerageert rusteloos, kan ook insecten vangen in vlucht. De najaarstrek begint al vroeg in de maand augustus, en medio oktober zijn de meeste al naar het zuiden getrokken. Ze overwinteren dan in Spanje en Portugal of Noord-Afrika, vooral Marokko. Ze trekken dan vooral 's nachts. In Europa trekt het vrouwtje verder zuidwaarts dan het mannetje. Gaat tussen april en half mei weer terug naar het broedgebied.