De Atalanta in de vlinderstruik.
Men kan deze vlinder vrijwel overal tegenkomen, tot meer dan 2000 meter hoogte in de Alpen. Ze overwinteren in Zuid-Europa en trekken in het voorjaar naar het noorden. De vliegtijd in Noordwest-Europa is van mei tot oktober. In het najaar trekt een deel van de aanwezige vlinders weer terug en planten zich daar voort. Soms probeert de imago (volwassen vlinder) in Nederland te overwinteren, maar in het algemeen zonder succes. Toch worden al vroeg in het jaar wel waarnemingen gedaan. De hoogste aantallen atalanta's worden gevonden in jaren waarin het in mei en juni warm weer is.
Ze leven vooral van nectar, maar ook wel van boomsappen en rottend fruit. Nectarplanten zijn verscheiden, zoals bloeiende liguster en klimop, Buddleja, hemelsleutel, enzovoorts. De nectar likken ze op met hun lange roltong die normaal opgerold is. De waardplant is de brandnetel. Hier kun je hun eitjes vinden.