vrijdag 13 oktober 2017

De Blauwe Reiger (Ardea cinerea)

Vandaag ben ik mij weer eens op vogelfotografie gaan richten. Op de Grauwe ganzen na, zijn er nog niet veel vogelsoorten te zien op vennen zoals in Reusel op het Beleven. Grauwe ganzen hoef je daar niet te tellen, een ruwe schatting komt al snel op zo'n 300 stuks of meer. Een andere vogel die je daar ook kunt zien is de Blauwe reiger, maar die zijn wel te tellen. Als je geluk hebt tel je er vier of vijf.

De Blauwe reiger komt het hele jaar door voedsel zoeken op het Beleven.

De blauwe reiger (Ardea cinerea) is een vogel uit de reigerfamilie. De blauwe reiger is tevens de bekendste vertegenwoordiger van de familie in België en Nederland. De vogel komt daarnaast voor in de gematigde streken van Europa en Azië. De blauwe reiger is een vlees- en viseter die vissen en amfibieën eet, maar ook andere dieren als insecten en kleine zoogdieren worden wel buitgemaakt. De vogel is een veel geziene soort in ondiepe plekken van stadssingels en poldersloten en in weilanden; de reiger wordt vliegend gezien langs grachten, beken en bij meren; de broedkolonies bevinden zich midden in de stad in hoge bomen of juist in volstrekt afgelegen bospercelen.


De blauwe reiger zoekt in stedelijke gebieden regelmatig de rand van tuinvijvers op, waarin vissen rondzwemmen. Door liefhebbers van goudvissen of koi wordt de reiger dan ook beschouwd als een plaagsoort en wordt zo veel mogelijk geweerd. In strenge winters hebben de blauwe reigers het zichtbaar moeilijk. Een blauwe reiger wordt gemiddeld 5 jaar oud. De blauwe reiger komt voor in delen van Europa: in Engeland, Noord-Frankrijk, Duitsland, Scandinavië, Portugal, Noord-Italië, delen van het voormalige Joegoslavië en Griekenland; ook in Zuid-Azië (behalve Iran) en Thailand. Daarnaast wordt de reiger gevonden in meer geïsoleerde gebieden als Zuid-Afrika en Madagaskar. De broeddichtheid is nergens in Europa zo groot als in Nederland. De habitat bestaat uit vochtige weiden, sloten, meren, rivieren en de (Wadden-)zeekust. De blauwe reiger broedt in bomen, soms in rietvelden en is tegenwoordig ook te vinden in stedelijke gebieden.

De blauwe reiger is een grote vogel met een lengte van ongeveer 90 tot 98 centimeter en kan een lichaamsgewicht bereiken van zo'n 2 kilogram. Er is geen seksuele dimorfie; het mannetje en het vrouwtje zien er ongeveer hetzelfde uit. Beide geslachten hebben een grijze bovenzijde, vleugels en staart en de vleugeleinden zijn zwart. De kop is wit met een zwarte band door het oog, die doorloopt in een kuif. Ook de hals heeft een witte kleur maar is voorzien van lengtestrepen aan de voorzijde. De buikzijde is grotendeels lichtgrijs van kleur. De kop draagt een gele, dolkvormige snavel, in de broedtijd kleurt deze soms roodachtig. De poten zijn lang en bruin van kleur en net als de snavel roodachtig. De reiger heeft een matig snelle vlucht met langzame, zware en diepe vleugelslagen, maar soms wordt ook een kleine zweefvlucht uitgevoerd. De nek is hierbij s-vormig ingetrokken en de poten steken achter het lichaam uit. De vleugels zijn rond, met zwarte uiteinden en een zwarte band over de achtervleugel.

De blauwe reiger verschilt van andere soorten reigers door de relatief grote lichaamslengte, de grijze bovenzijde, de witte kop en hals met brede, zwarte streep van het oog naar de zwarte, sierlijk afhangende kuif.