De Gewone anijschampignon, aan de rand van een potstal mesthoop.
De gewone anijschampignon (Agaricus arvensis) of akkerchampignon is een paddenstoel die behoort tot de familie Agaricaceae. De soort is eetbaar en heeft de geur van anijs. Deze soort lijkt op de giftige Karbolchampignon (Agaricus xanthodermus), die maagklachten kan veroorzaken. De hoed heeft een doorsnede van 6-11 cm en is half bolvormig. Later wordt de hoed wat vlakker. De kleur varieert van wit tot crème-achtig. De hoed verkleurt door aanraking tot licht geelachtig.
De steel is 8-12 cm hoog en 1,5-2 cm dik. Deze is cilindervormig met een gezwollen basis, wit en bevat een vliezige ring. Er is een groot, hangend manchet. De onderste ringlaag is gespleten als de spaken van een wiel. De lamellen zijn aanvankelijk wit, maar worden later bruinachtig en ten slotte purperbruin. In tegenstelling tot de gewone weidechampignon (Agaricus campestris) zijn de lamellen nooit roze. De sporen zijn purperbruin. Het vlees van de anijschampignon is wit en verkleurt niet.
De gewone anijschampignon komt in Nederland voor, met name in open graslanden, op heuvelhellingen, en boomgaarden. Vaak vormen ze heksenkringen. Het is een algemene soort.