woensdag 4 oktober 2017

Koningsmantel en de Dennenvlamhoed

Nog meer mooie paddenstoelen in de Hulselse staat. Deze keer twee soorten, de Koningsmantel en de Dennenvlamhoed. De foto's zijn gemaakt met een Nikon Coolpix.

De koningsmantel met een oranjerode tot wijnrode hoed.

De koningsmantel (Tricholomopsis rutilans) of purpergele ridderzwam is een in Nederland voorkomende paddenstoel. De hoed is oranjerood tot wijnrood, heeft wollige vezels op een gelige ondergrond en is gewelfd tot uitgespreid en heeft doorgaans een doorsnede tussen de 4 en 12 cm. De rand is vezelig.


De steel is tussen de 3 en 12 cm hoog en heeft een doorsnede tussen de 1 en 3 cm, met oranjerode tot wijnrode schubben. Het vlees van de koningsmantel is crèmekleurig tot bleekgeel. Hij groeit voornamelijk op naaldhoutstammen of in gemengde bossen op arme grond. De koningsmantel is verwant aan de veel zeldzamere gele houtridderzwam (Tricholomopsis decora).


De Dennenvlamhoed heeft enige gelijkenis met de Koningsmantel

De Dennenvlamhoed (Gymnopilus penetrans alias: Gymnopilus sapineus ) is een paddenstoel uit de familie Strophariaceae. De soort komt van nature voor in Midden-Europa. De goud- of oranjegele tot bruingele, gladde, gewelfde tot vlakke hoed wordt 2-5 cm groot. De rand van de hoed is lichter van kleur. De lamellen zijn in het jonge stadium geelachtig en verkleuren later naar bruinachtig gevlekt.


De 4-7 cm lange en 0,5-1 cm dikke steel is bleekgeel en met een wit velum overtrokken. Het vlees is geelachtig met een opdringerige, zoetige geur. De smaak is bitter. De geelbruine sporen zijn 6,5-8,5 × 4-5,5 ųm groot. De paddenstoel komt overwegend voor op dood naaldhout, vooral op bomen uit het geslacht Pinus. Bij een sterke roodkleuring van het midden van de hoed is verwisseling met de uitgegroeide koningsmantel (Tricholomopsis rutilans) mogelijk. De steel van de koningsmantel verloopt echter geelrood.