woensdag 30 mei 2018

Middelste bonte spechten vliegen bijna uit

Vanmiddag ging ik nog een terug naar de Middelste bonte specht. De jonge kuikentjes groeien goed. Over een dag of drie vliegen ze waarschijnlijk uit, zo kwiek en groot zijn ze al. Soms komen ze tot aan hun schouders uit het vlieggat als de ouder weer wegvliegt voor een nieuwe voorraad insecten en wormen.

De Middelste bonte specht vliegen de hele dag op en af om voedsel aan aan te voeren.

De Middelste bonte specht (Dendrocopos medius) lijkt een beetje op de Grote bonte specht maar iets kleiner. Een volwassen middelste bonte specht heeft een lichaamslengte van ongeveer 19,5 tot 22 centimeter. Wit gezicht met in wit geïsoleerd oog. Rode pet in alle kleden, niet afgezet aan onderzijde met zwart. Zalmroze 'broek', flankstreepjes. Zwart-witte vleugels met grote witte schoudervlek. Wat verwarrend kan werken met nog niet volwassen grote bonte spechten.

Beide geslachten hebben een geheel rode kopkap zonder zwarte bies. Bij verstoring of opwinding worden de rode kopveren opgezet. Op het achterhoofd heeft het mannetje meestal een duidelijke grens tussen het rood van de kopkap en het zwart in de nek. Het vrouwtje heeft een iets minder felrood gekleurde kopkap. De overgang tussen het rood en het zwart op het achterhoofd is soms vager en vertoont soms ook gelige of bruinige tinten. Buiten dit verschil, dat niet altijd aanwezig is en in het veld moeilijk is te onderscheiden, bestaat er geen noemenswaardige seksuele dimorfie. Hiermee onderscheidt de middelste bonte specht zich van de meeste andere spechtensoorten.


De middelste bonte specht is een dagactieve vogel. De specht is een groot deel van de dag beweeglijk op zoek naar voedsel. Hij houdt zich bij voorkeur op in de middelste en bovenste vegetatielagen van loofbomen. Hierdoor is hij relatief moeilijk te ontdekken wanneer een boom blad draagt. Vroeg in de middag wordt meestal een pauze gehouden, waarin de middelste bonte specht rust, zijn veren glad strijkt of met opgezette veren zonnebaadt.

De nestholte wordt uitgehakt in een boomstam of dikke tak van een loofboom, bij voorkeur in zachte houtsoorten. Doorgaans is het mannetje reeds begonnen voordat een koppel is gevormd. Daarna helpt het vrouwtje om het nest verder uit te hakken, al blijft het mannetje het grootste aandeel hierin leveren.


De middelste bonte specht heeft de typische gewoonte om de nestingang onder een overkapping te maken, zoals een aanhechting van een grote tak of een consolevormige paddenstoel als de echte tonderzwam. Het vlieggat heeft een doorsnede van minimaal 34 millimeter en de nest een breedte van ongeveer 12 centimeter en een diepte tussen de 20 en 35 centimeter. Nestholtes van de middelste bonte specht zijn aangetroffen van een tot meer dan twintig meter boven de grond, maar meestal op een hoogte van vijf tot tien meter.