donderdag 24 mei 2018

Moerasplanten, Veenpluis en Zonnedauw

Tijdens een wandeling over de Neterselse Heide kun je het Veenpluis goed zien. Het is een hoge grassoort met een witte pluim. Minder opvallend, maar gelukkig toch talrijk aanwezig is Zonnedauw, een vleesetend plantje van enkele centimeters groot.

Het Veenpluis groeit in moerassig gebied. De witte pluim is vruchtpluis.

Veenpluis (Eriophorum angustifolium) is een plant uit de cypergrassenfamilie (Cyperaceae). De plant groeit op vochtige, zure grond, zoals heide en veen. Het vormt daar zoden met behulp van uitlopers. Opvallend is het lange, witte vruchtpluis, waaraan de naam ontleend is. Hij is plaatselijk vrij algemeen in Drenthe, de Kempen en de Ardennen. Elders in Belgiƫ en Nederland is veenpluis zeldzaam tot zeer zeldzaam. De plant is te vinden op natte heide, in veenmosrietland, turfgaten en op bulten van levend hoogveen. Verder langs greppels en in spoorbermen, hoogveenslenken en bij vennen, op open plekken in berkenbroekbos, in duinvalleien en zandgroeven, op heischraal grasland en hooiland.


De bloempjes vormen aren, die van juni tot augustus in bloei staan. De bloemen zijn erg klein en vallen daarom niet op. Ze zijn tweeslachtig en in plaats van een kelk en kroon is er een krans van borstelharen (omgevormde schutblaadjes), die later uitgroeien tot lange witte haren. De bladeren zijn donkergroen. Geleidelijk worden ze bruin en tegen bloeitijd sterven de bladeren af. Als het bloeiseizoen is afgelopen tegen het eind van de zomer, ontstaan er nieuwe bladeren. De vrucht van veenpluis is een driehoekig nootje, dat omringd is door lange witte haren (de pluis).

Zonnedauw is een plantje dat met lokstof insecten lokt. Het plantje komt sinds heugenis voor in de Neterselse Heide. Langs de paden is het plantje te zien op kale plekken, waaronder de plaatsen waar de toplaag is afgeplagd.


Zonnedauw (Drosera) is een geslacht van vleesetende planten in de Zonnedauwfamilie (Droseraceae). De zonnedauw lokt, vangt en verteert insecten door een glinsterende, kleverige substantie aan diens tentakeltjes. De prooi dient om de plant te voorzien van voedingsstoffen die vrijwel afwezig zijn in de bodem waar de planten leven. De meeste zonnedauw leven in moerasachtige gebieden, maar er zijn uitzonderingen in uiterst droge gebieden.