De Wilde eenden op het Panneven, met op de achtergrond de zo kenmerkende pollen met het Pijpenstrootjes.
Een ven is een klein, meestal ondiep meer dat voorkomt op Pleistocene zandgronden. Vennen hebben wisselende waterstanden en zijn zelden groter dan enkele hectaren. Onder vennen worden uitsluitend natuurlijke wateren verstaan. Op de Brabantse zandgronden worden vennen pas weer echt talrijk.
Het Beuven is het grootste nog bestaande ven van Nederland. Het vennencomplex op de Braakhuizensche Heide betreft waarschijnlijk een rest van een oud smeltwaterdal. Deze zandrug waar de Strabrechtse heide in ligt zet zich naar het noorden voort in de Molenheide bij Mierlo en de Geeneindse Heide bij Stiphout waarin een dozijn meest kleinere vennetjes verspreid liggen zoals het Lisven en het in een heideveldje gelegen Kamerven.