Bij eerstejaars Knobbelzwanen is de knobbel nog bijna niet ontwikkeld.
Bij een eerstejaars Knobbelzwanen is de knobbel nog bijna niet ontwikkeld. De twee kleurfasen (grauw en wit) van de Knobbelzwaan zijn bij de jongen goed herkenbaar. Het grauwe jong heeft over zijn gehele lichaam bruine veren en heeft een lichtgrijze snavel. Het witte jong is creme-wit (van een afstand kan het wit lijken) en heeft een lichtroze snavel. Let speciaal ook op dit type vogel en ga er niet van uit dat alleen de bruine vogels de jongen zijn.
De knobbelzwaan (Cygnus olor) leeft voornamelijk van waterplanten, waar hij met zijn lange hals naar grondelt, maar hij eet ook gras. De knobbelzwaan kan een spanwijdte van 2,40 meter bereiken en is daarmee de grootste watervogel. Hij is 140 tot 160 cm groot. Met zijn lange nek kan hij ver onder water reiken. Met 10 tot 12 kg behoort de knobbelzwaan tot de zwaarste vliegende dieren.