donderdag 16 augustus 2018

Jonge Knobbelzwanen op de Groote Beerze

Vanmorgen was ik met de fiets op pad om wat kapelletjes te fotograferen toen ik aan de brug van de Groote Beerze tussen Casteren en Bladels Bosch de familie Knobbelzwaan met hun vier jonge zag. Ik kon ze tot op korte afstand benaderen. Blijkbaar zijn ze al gewend aan de mens. Het zijn waarschijnlijk de zelfde Knobbelzwanen die ik dinsdag 12 juni 2018 een stuk stroomafwaarts in Netersel fotografeerde.


Beide partners van een broedpaar zijn elkaar meestal een leven lang trouw. Sterft een van beide vogels, dan zoekt de ander soms pas na enkele jaren een nieuwe partner. Knobbelzwanen komen overal voor waar zoet water is. Ze broeden in laaggelegen delen van het land, vooral in open graslanden met veel sloten en beken in het veenweidegebied. Ook wel in parken. Ze ruien buiten de broedtijd op open water. Niet-broeders zijn ook veel op weilanden te zien. Het voedsel van de knobbelzwaan bestaat uit waterplanten en waterdiertjes. Zwanen zijn met hun lange hals gespecialiseerd in het grondelen naar waterplanten op diepten waar grondelende eenden niet meer bij kunnen. Verder eten ze gras.


De Knobbelzwaan broedt van maart-mei. Een nest per jaar met 5-7 eieren. De vrouw broedt die uit in 36 dagen. Langs de oever of soms in het riet zit de knobbelzwaan op een groot nest van takken, riet en plantaardig materiaal dat door de man fel wordt verdedigd met de kop naar achter, opgezette vleugels en een sissend geluid. Ze broeden vanaf het derde of vierde jaar.

Weer veel water in de beek
Na de regenbuien die de afgelopen twee weken over trokken is het waterpijl in de Groote Beerze weer zichtbaar hoger geworden. Voor de natuur is dat een voor en een nadeel. Het is positief dat het weer geregend heeft, maar dat het water voor een groot deel in de beken en rivieren terecht komt is voor de beken goed, maar niet voor de natuurgebieden en de landerijen. Het water moet de grond in, wat ook voor een groot deel gebeurd zal zijn. Het water dat zo rijkelijk de beken in stroomt krijgt wel veel ruimte om dat te doen. De waterlopen en de beken zouden het water langer vast moeten houden. En dat weet het Waterschap ook. Op diverse plaatsen worden de beken aangepast, en wordt er waterbergingsruimte gecreƫerd.