De Grote Canadese Ganzen foerageren met grote aantallen op het Beleven. Op de voorgrond zijn twee Nijlganzen te zien.
De grote Canadese gans (Branta canadensis), kortweg Canadese gans of canadagans, behoort tot het genus Branta. Dit genus bevat veel soorten die voornamelijk zwarte veren hebben, zwarte kop en zwarte, lange hals. Typisch voor deze soort zwarte ganzen is de witte band van de keel tot over de wangen. De zwarte hals gaat over in een witachtige borst. Dit in tegenstelling tot de soorten van het genus Anser. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 55 tot 100 cm en het gewicht 3 tot 6 kg. Deze herbivore vogels overnachten op het water en eten overdag, zowel op het water als op het land. Hun voedsel bestaat voornamelijk uit grassen, zaden en graan.
In het oorspronkelijke leefgebied is Canada. De soort kwam, deels door import een deels door de vogeltrek naar Europa. De in Europa levende Grote Canadese ganzen trekken niet of nauwelijks. In de zomer, vanaf juni tot in september, vormen zich grote groepen ruiende vogels op open water (plassen, meren en rivieren). Deze 'ruitrek' is de enige migratie die onze broedvogels ondernemen.
De grote Canadese ganzen die in de noord Europese toendra's broeden komen vanaf eind augustus naar west Europa, waaronder Nederland en Belgiƫ. Het enige wat er echt toe doet, is dat er water is. Dat bevriest gedurende de winter in het hoge noorden en in de Russische toendra's, vandaar dat de ganzen daar al vroeg weg trekken. In Nederland is de soort vooral te vinden in vennen, veenmoerassen en waterrijke grasland gebieden.