Op het Beleven zaten vanmorgen ook en groep van ongeveer 25 Kolganzen. De kenners zien het verschil met de Grauwe gans meteen, maar voor de niet-kenners; kolganzen hebben een witte snavelbasis en zwarte dwarsstrepen over de buik.
Ruim vierduizend kilometer leggen de vogels af, luid gakkend en in zo’n typische V-formatie. Sneeuw in het hoge noorden zorgt ervoor dat ganzen niet bij hun geliefde gras kunnen en daarom trekken ze weg. Ieder najaar komen er grote groepen ganzen naar Nederland om te overwinteren. Zo ook naar het Beleven in Reusel.
De kolgans is een van de algemeenste overwinterende ganzen in Nederland. De typische witte snavelbasis en de dwarse zwarte 'vegen' over de buik maken de volwassen kolgans makkelijk herkenbaar. De witte bles rond de snavelbasis is opvallend. Verder hebben kolganzen een roze snavel en oranje poten. Volwassen vogels hebben zwarte dwarsstrepen op de buik. Jongen van het afgelopen broedseizoen hebben die dwarsstrepen nog niet. Ook de witte bles ontbreekt dan nog grotendeels.
In de winterperiode zijn op het hoogtepunt tot ruim twee miljoen ganzen in Nederland. Het overgrote deel van die ganzen broedt in Noord- en Oost-Europa en de arctische toendra’s tussen Spitsbergen en West-SiberiĆ« en brengt de winter door in Nederland. Duizenden kilometers zijn ze onderweg geweest om de strenge vorst en zware sneeuwval te ontvluchten om in Nederland de winter door te brengen. Met hun snavel komen ze namelijk niet bij het gras wat onder een dik pak sneeuw verborgen ligt.
In de winterperiode zijn in Nederland maximaal bijna 900.000 kolganzen te zien, dat is 80% van de wereldpopulatie kolganzen. De kolganzen zijn voornamelijk te zien in Friesland, Zeeland en natuurlijk in de rivierengebieden. Wie geluk heeft ziet tussen deze grote groepen kolganzen een andere ganzensoort zoals een roodhalsgans of brandgans. De roodhalsgans is voornamelijk te herkennen aan zijn rode oor en hals. Een brandgans is kleiner dan de kolgans en zwart, wit, grijs gekleurd. Zijn nek is zwart met een wit gezicht.