Deze Roodborst toont zijn felgekleurde borst om zijn dominantie kracht bij te zetten.
De Roodborst is erg nieuwsgierig en goed van vertrouwen. Tegen soortgenoten zijn zowel mannetje als vrouwtje daarentegen heel agressief en verdedigen zomers en ook 's winter fel hun territorium. Ze tonen daarbij de rode borstveren. In de winter trekt een deel van de roodborsten naar warmere streken in Europa waar meer eten te vinden is. Ook vogels uit noordelijke/noordoostelijke streken trekken naar het zuiden en komen zo in Nederland terecht. U kunt roodborsten in de winter helpen met gedroogde meelwormen, ongekookte havermout of een zadenmix.
Roodborsten komen overal in Nederland voor met uitzondering van landschappen zonder bomen. Vooral aanwezig in niet al te jonge bossen, tuinen, parken en kleinschalige landschappen. In de winter ook in stadstuinen. Als er veel struiken en kruiden zijn, dan geeft dat de hoogste dichtheden roodborsten. Ze eten insecten, spinnetjes en andere kleine diertjes, aangevuld met bessen en zaden. In de winter ook een vaak geziene gast op voedertafels. Roodborsten zoeken vaak op een bijzondere manier naar voedsel, anders dan veel tuinvogels. Ze zitten dan stil, laag boven de grond en duiken dan naar hun prooi. Andere roodborsten zijn daarbij niet gewenst.
Roodborsten hechten aan een eigen territorium, ook in de winter. Zelfs man en vrouw roodborst zitten elkaar in de weg en zijn alleen in het broedseizoen bij elkaar. Hun oranje borst gebruiken ze om elkaar te imponeren. De jongen moeten geen agressie oproepen, vandaar dat die pas later in het jaar van gespikkeld bruin naar het echte oranje-rood van de roodborst kleuren.
Een deel van de Nederlandse broedvogelpopulatie trekt tussen augustus en november richting Spanje en Portugal, zij keren in het vroege voorjaar weer terug. Het deel dat in Nederland blijft, krijgt gezelschap van soortgenoten uit Duitsland, Polen en de Scandinavische landen. Voorjaarstrek tot eind april. Nachttrekker.