De groenling zie je zowel op de voertafel als op de grond.
In de winter kost het vogels veel energie om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. Er zijn weinig insecten, bessen en zaden te vinden, zeker als het vriest of als er sneeuw ligt. Voer in de tuin levert dus gegarandeerd eters op. Volgens de Vogelbescherming verliezen kleinere soorten in een koude nacht wel tien procent van hun gewicht. Ze komen dus graag in de tuin ontbijten als daar ’s ochtends voer wordt gestrooid. Het is handig om ook aan het eind van de dag nog wat neer te leggen, zodat ze goed de nacht doorkomen.
Mezen lusten graag vetbollen, ongebrande en ongezouten pinda’s, kokosnoot, vogelzaad en zonnepitten. Mussen, vinken en groenlingen zijn te lokken met bruin brood, onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnepitten en etensresten zonder zout. Voor winterkoning, heggemus en roodborst moet je iets meer moeite doen. Ze houden weliswaar van universeelvoer en van broodkruimels, maar nog liever hebben ze meelwormen, maden en larven of ongekookte havermout.
Voor mussen, vinken en groenlingen strooi je onkruid zaden, zonnepitten, Premium voedertafelmix, pindablokken, wat bruin broodkruimels en Premium pinda’s.