dinsdag 28 november 2017

Het Beleven na een week met regenval

Vanmorgen kwam er een (tijdelijk) einde aan een periode van een kleine twee weken van zware bewolking en regenbuien. Ook langdurige regenperiodes zitten nog vers in het geheugen, met ruim 15 mm regen gedurende de laatste 24 uur. Vanmorgen scheen de zon, gelukkig weer, met enkele voorbijtrekkende wolken weliswaar. Een rondje rond het Beleven laat zien hoe mooi het is als de zon weer schijnt.

Schotse hooglanders begrazen het westelijk deel van het Beleven.

De Schotse Hooglander is zeer geschikt om het gehele jaar als grote grazer te worden ingezet in natuurgebieden. Ze hebben weinig zorg nodig en zijn zelden agressief. De dieren zijn in Nederland dan ook veelvuldig te zien in natuur- en recreatiegebieden zoals in Reusel op het Beleven. Hooglanders voeden zich ook met planten die veel andere rundersoorten links laten liggen, en door hun lange haar kunnen ze ook in de wintermaanden buiten blijven.

Het water in het Beleven komt stilaan weer op het normale pijl.

Het Beleven wordt gevoed door regenwater. Het natuurgebied bestaat pas sinds 2008. Over een oppervlakte van 85 hectare (dat is bijna 1 km²) werd de met mest verzadigde bodemlaag verwijderd: 120.000 m³. Het gebied, dat vroeger voor een groot deel bestond uit heide met vennen en moerassen, is in de loop van de vorige eeuw ontgonnen. Daardoor raakte het natuurlijk systeem verstoord. Het gebied is het gebied in handen gekomen van het Brabants Landschap, die het voor een groot deel terugbracht in de 'oude staat'.

Let op de kleur van de snavel. Links; de Toendrarietgans, rechts de Grauwe gans.

De toendrarietgans (Anser serrirostris) is een middelgrote tot grote gans die broedt in het noorden van Rusland. Sinds 2007 wordt deze gans als eigen soort gezien, maar dit is nog niet algemeen geaccepteerd. De lengte van de toendrarietgans varieert 68 tot 90 cm, spanwijdte 140 tot 174 cm en het gewicht van 1,7 tot 4 kg. De snavel is zwart aan de basis en top, met een oranje streep over het midden; de poten en tenen zijn feloranje. De bovenste vleugel-dekveren zijn donkerbruin, zoals bij de kolgans (Anser albifrons), maar hij verschilt van deze soort door de aanwezigheid van een smalle witte rand om de veren.

De grote Canadese gans (Branta canadensis), kortweg Canadese gans of canadagans, behoort tot het genus Branta. Dit genus bevat veel soorten die voornamelijk zwarte veren hebben, zwarte kop en zwarte, lange hals. Typisch voor deze soort zwarte ganzen is de witte band van de keel tot over de wangen. De zwarte hals gaat over in een witachtige borst. Dit in tegenstelling tot de soorten van het genus Anser. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 55 tot 100 cm en het gewicht 3 tot 6 kg.

Grauwe ganzen, tweehonderd in totaal, verdeeld over het gebied rond het ven.

Niet alle Grote Canadese ganzen staan op deze foto, maar er verblijven zeker 150 van deze ganzen op het Beleven.

De Grote Canadese gans is een exoot in Europa. In Nederland waren er al in 1951 broedgevallen in het wild van Canadese ganzen. De grote Canadese gans is een gans uit Noord-Amerika en Canada, maar in Nederland doen ze het ook goed. Ooit zijn ze meegebracht als kooivogels. Nadat er veel ontsnapt en losgelaten zijn is de populatie in het wild erg toegenomen. Mogelijk zijn er ook een aantal via Groenland en IJsland naar Europa gekomen. Vanaf de jaren 1975 is de grote Canadese gans als broedvogel in Nederland te vinden. De grote Canadese gans is geregeld te vinden op vennen in Brabant en in de lage delen van West-Nederland. Volgens schattingen van SOVON is het aantal broedparen in 2012 (in Nederland) gestegen tot 7300 paar.

Het Beleven aan de achterkant, met een zonnige doorschijn en Grauwe ganzen die daar beschut zitten te grazen.