dinsdag 7 november 2017

Kneuen foerageren op de Melganzenvoet

Een groep van ongeveer vijftig Kneuen foerageren op een veld vol met Melganzenvoet planten. Soms vliegen ze plotseling op. Dan zie je pas hoeveel er zijn. Als je dan even de omgeving af tuurt, blijkt dat er een roofvogel in de buurt is. Als die roofvogel weer verdwenen is keren de kneuen weer terug om zich te goed te doen aan de zaden van de Melganzenvoet, die Brabants Landschap daar afgelopen zomer heeft gezaaid.

De Kneuen doen zich te goed aan de gerijpte zaden van de de Melganzenvoet.

De kneu (Linaria cannabina; synoniem: Carduelis cannabina) is een zangvogel uit de familie van vinkachtigen (Fringillidae). Het 13,5 cm lange mannetje is te herkennen aan het rood van kruin en borst, meestal is de kleur afgedekt door de grijze veerranden. Het dier heeft een grijsbruine kop. De rug en mantel zijn kastanjebruin. De donkerbruine staart heeft witte randen. Het vrouwtje is over het geheel wat meer streperig getekend dan de man. De zang is prettig aandoend gebrabbel met fluittonen. De kneu is een echte zaadeter en gedijt het best op plaatsen met veel kruiden en grassen. Wilde soorten, maar ook cultuurgewassen zoals koolzaad, mosterdzaad en lijnzaad. Vroeg in de lente zijn vogelmuur, veldkers, vroegeling en varkensgras belangrijke voedselbronnen, later ook paardenbloem, brandnetel, distel en kaardenbol. Ook de nestjongen eten uitsluitend zaden.


Hij komt voor in Europa, Noord-Afrika en West-Aziƫ. Het is een typische vogel van ouderwets agrarisch cultuurland met dorpen, houtsingels en heggen met veel groen. Vogels die in Nederland broeden trekken in de winter naar Zuid-Spanje en Marokko. Vogels uit het noorden trekken hier door. In de winter zijn er weinig kneuen, zeker als het echt koud wordt. De kneu trekt in grote aantallen door in april en oktober. Door het zachte najaarsweer zijn de Kneuen nog niet allemaal weggetrokken. Er zijn overwinteraars op plekken met voedsel in het agrarisch gebied.

De kneu kent van oudsher veel benamingen in de volksmond, te weten; kneu, vlasvink, robijntje, hennepvink en kneuter. De Haagse straat de Kneuterdijk is naar de Kneu vernoemd.