maandag 24 april 2017

Nestkast ophangen

Heb je een nestkast in je tuin hangen maar wil het niet lukken om er vogels in te krijgen? Je bent zeker niet de enige. Vogels zijn vrij kieskeurig en willen alleen de allerbeste plekjes. Met deze 10 tips zorg je er voor dat er ook in jouw nestkastje vogeltjes worden grootgebracht.

De nestkast voor de bonte vliegenvanger heeft een vlieggat van 30 - 32 mm.
  1. Hang de invliegopening naar het noorden, noordoosten of oosten. Zo zorg je er voor dat hij uit de wind, regen en zon hangt.
  2. Hang hem op een rustige plaats. Vogels houden niet van te veel activiteit rondom hun nest. Naast de voordeur of boven het terras zijn wat dat betreft minder ideaal.
  3. Let bij het ophangen ook op de beplanting. Beplanting rondom de kast helpt jonge vogels bij hun eerste vlucht en geeft ze fysieke ondersteuning en goede beschutting. Let er wel op dat er geen takken of andere obstakels recht voor de invliegopening hangen.
  4. De ideale ophanghoogte is 1,5 tot 2 meter van de grond. Voor grondvogels is het eerder 1,5 meter, voor andere is 2 meter geschikter. Zo zorg je ervoor dat katten en andere roofdieren niet bij de kast kunnen komen.
  5. Meerdere nestkasten naast elkaar is meestal geen goed idee. Kasten voor verschillende soorten, bijvoorbeeld pimpelmees en koolmees, moeten minimaal drie meter uit elkaar hangen. Kasten voor dezelfde soort moeten minimaal tien meter uit elkaar hangen. Veel vogels hebben in de broedtijd een territorium. Nestgelegenheden dicht bij elkaar leiden tot onderlinge ruzie en dat kost onnodig veel energie.
  6. De uitzondering op deze regel geldt voor de koloniebroeders. Huismussen en zwaluwen zitten liever wel bij elkaar. Heb je bijvoorbeeld huismussen in de tuin, hang dan wel meerdere kasten naast elkaar.
  7. De beste periode om een nestkast op te hangen is gek genoeg het najaar. Vogels zijn dan namelijk al op zoek naar goede plekjes voor een nest. Daarnaast maken ze graag gebruik van neskastjes om te schuilen tegen de regen en de kou. De kans is groot dat als er een vogel af en toe overwintert in jouw kastje, dat hij in het voorjaar langs komt om zijn nestje te bouwen.
  8. Nestkast half open kastjes voor holenbroeders zoals het roodborstje en de merel zijn halfopen en daardoor minder beschermt dan andere kastjes. Zorg ervoor dat deze goed beschut zijn door ze bijvoorbeeld in een klimpop te plaatsten of in een heg.
  9. Kies een nestkast op basis van de vogels die je in je tuin hebt. Elke vogel heeft een bepaalde voorkeur voor een liegopening. Als je veel pimpelmezen in de tuin hebt, kies dan voor 28 mm. Koolmezen hebben liever 32 mm als vliegopening.
  10. Verplaats de nestkast wanneer deze twee broedseizoenen onbewoond blijft. Houd daarbij deze tips in je achterhoofd, dan komt het zeker goed!
Selecteer een nestkast
Goede huisvesting is voor vogels steeds moeilijker te vinden. U helpt de dieren dus echt met het ophangen van één of meerdere nestkastjes. En zelf beleeft u ook volop plezier van het nieuwe leven in uw tuin. Koop nooit zomaar een willekeurige nestkast. Nestkasten van Vivara zijn ontwikkeld in samenwerking met ornithologen en zijn van topkwaliteit. Veel van onze nestkasten zijn tevens voorzien van het FSC keurmerk, dat u herkent aan het FSC boom logo.

Waar moet ik op letten bij een nestkast?
Wist u dat elke vogel zijn eigen eisen stelt aan een nestkast? Vooral de grootte van de vliegopening bepaalt welke vogelsoort in een nestkast gaat broeden. Kijk dus eerst welke vogels er bij u in de tuin voorkomen en pas de aankoop daarop aan. Mussen, mezen, boomklevers en bonte vliegenvangers bijvoorbeeld willen het liefst een nestkast met een kleine vliegopening. Vogels als roodborsten, winterkoninkjes en merels zijn juist weer op zoek naar meer open nestkasten met een lage voorzijde. In het overzicht hieronder ziet u welke voorkeuren de diverse vogels hebben.

De juiste vliegopening voor de juiste vogel
De grootte van de vliegopening is bepalend voor de bewoner van de nestkast.

Gebruik onderstaande richtlijnen bij de keuze van een nestkast:
 Geschikt voor onder andere:
 ø 28 mm  kleine mezen, zoals de pimpelmees en zwarte mees
 ø 32 mm  grote mezen, zoals de koolmees, kuifmees en bonte vliegenvanger
 ø 34 mm en ovaal   ring- en huismus, boomklever en gekraagde roodstaart
 ø 45 mm  spreeuw en grote bonte specht
 ø 80 mm  holenduif en kauw
 ø 130 mm  bosuil
 Halfholen  roodborst, grauwe vliegenvanger, witte kwikstaart, merel en zwarte roodstaart