De Bonte vliegenvanger ♂
De keel en buik van het mannetje van de noordelijke populaties zijn helder wit van kleur evenals de witte vleugelvlek en een kleine dubbele witte vlek boven de snavel. De rest van het verenkleed is zwart in prachtkleed, of meer bruingrijs. Het mannetje is donkerder van kleur dan het vrouwtje dat meer bruin is. Maar in Nederland zijn de mannetjes niet zwart maar bruin en soms moeilijk van vrouwtjes te onderscheiden.
De Bonte vliegenvanger broedt vanaf eind april tot juni, heeft 1 legsel per jaar met meestal 6 tot 7 eieren. Ze broeden vaak in nestkasten, maar ook wel in boomholten zoals in de vrije natuur waar veel oude spechten nesthoten zijn. Broedduur 12 tot 17 dagen. Na 16 dagen vliegen de jongen uit. Dan blijven de vogels met elkaar nog zo'n ca. 8 dagen in omgeving van het nest, om daarna de broedplaats meestal te verlaten.
Deze soort wordt vooral aangetroffen in half open loof- en gemengde bossen met een gevarieerde structuur. Het meest in het zuidoosten tot het oosten van Nederland. Insecten zoals vliegen, muggen, vlinders en libellen, maar ook oorwurmen en sprinkhanen staan op het menu van de bonte vliegevanger. Vanaf een zitpost maken bonte vliegenvangers korte vluchten achter vliegende insecten aan, en vangen deze in volle vlucht.