vrijdag 14 april 2017

Boomklever voert vrouwtje op het nest

Eerder deze week wist ik een Boomklever te fotograferen die het nest in ging. Vanmiddag ontdekte ik in de Neterselse bossen een andere Boomklever, die een oude spechten nestholte in een Amerikaanse eik is gaan bewonen. In februari maakte ik nog een foto van de holte. Nu was het vlieggat half dichtgemetseld.


Onze boomklever (Sitta europaea) broedt in loof en gemengde bossen, parklandschappen en cultuurgebieden, met verspreide grote bomen. Hij nestelt in een boomholte, soms in een oud spechtennest of in een nestkast. Het nest kan men op zeer verschillende hoogten vinden, waarbij een voorkeur bestaat voor oude bomen. Grote holten worden verkleind door een pleisterwerk van modder rond de nestopening en de inwendige holte kan opgevuld worden. Het nest is een komvormig bouwsel van schorsschilfers en dode bladeren. Het nest wordt hoofdzakelijk door het vrouwtje gebouwd, maar het mannetje kan helpen met de bepleistering. Bij het nestelen in een nestkast stopt hij iedere spleet tussen dak en wanden zorgvuldig dicht.

Links de boom in februari, rechts de zelfde boom en nestholte, die nu op maat van de boomklever is dichtgemetseld.

De boomklevers beginnen al vroeg met de broedtijd, eind april of begin mei. Er wordt meestal slechts één legsel grootgebracht door de lange verblijftijd van de jongen in het nest. Er worden meestal 6 tot 9 eieren gelegd, welke door het vrouwtje in 14 tot 18 dagen worden uitgebroed. De jongen worden door beide ouders verzorgd en blijven 23 tot 25 dagen in het nest. De boomklever is een erg mooie en interessante vogel. Hij is de hele dag in de weer, waarbij hij de unieke eigenschap heeft om zowel omhoog als omlaag te kunnen klauteren. Dit kunnen spechten en boomkruipers bijvoorbeeld niet.

De boomklever man nadert het nest met kleine insecten in zijn snavel. Na het bezoek aan het nest is daar niets meer van te zien.

Het broeden geschiedt door het vrouwtje, dat door het mannetje wordt gevoerd. De jongen worden gevoerd met insecten en andere ongewervelde dieren die in de snavel worden meegebracht.