vrijdag 21 april 2017

Het Zwartkop vrouwtje na het baden

Vanmiddag trof ik in Netersel het Zwartkop vrouwtje aan die net een bad had gemaakt in de vijver bij de fotohut. Jammer dat ze half achter takjes zat. Er zit een onscherpe waas van takjes voor het vogeltje.


De Zwartkop is ongeveer net zo groot als een koolmees en dankt zijn naam aan de zwarte pet op zijn kop, die alleen het mannetje draagt. Het vrouwtje heeft een roestbruine pet. Bij het mannetje is de rest van het verenkleed grijs, bij het vrouwtje grijsbruin. De zwartkop vliegt weinig en laat zich vooral horen. De Zwartkop broedt in bossen en halfopen landschappen met bomen en struiken. Leeft bij voorkeur in loof- en gemengde bossen met een rijke ondergroei van vooral bramen. Komt ook voor in parken, tuinen en andere halfopen landschappen met bomen en struiken.


De Zwartkop zingt vanaf half maart tot in juli. De broedperiode is vanaf half april tot eind juni, met piek in mei en begin juni. Eén tot twee broedsels per jaar, met meestal 4 tot 6 eieren. De broedduur duurt 12 tot 16 dagen. Maakt zijn komvormig nest vaak laag in dicht struikgewas, zoals braam. De jongen zitten 11 tot 12 dagen op het nest. Na het uitvliegen worden ze nog 2 tot 3 weken gevoerd.

Sinds het begin van de jaren 1980 zit de zwartkop in de lift. In Nederland broeden ongeveer 270.000 tot 320.000 paren. In de periode 1979-1985 waren dat er nog 70.000 tot 120.000. De trend omhoog lijkt zich voorlopig door te zetten door de toenemende verruiging van bossen. De gefotografeerde Zwartkop zal dit jaar bijna zeker gaan broeden in een van de struiken in de tuin rond de fotohut.