De kijkhut staat aan de westzijde van de Kleine Hooibeekvijver, de zon staat na 3 uur 's middags het beste voor observaties.
De Kleine Hooibeekvijver is de kleinste van de drie zuidelijke vijvers van het Prinsenpark. Deze vijver is een trekpleister voor allerlei watervogels. Met wat geduld zie je vanuit de vogelkijkhut de mooiste exemplaren. Een graag geziene gast is de bedreigde Roerdomp. Om deze te zien moet je goed kijken, de Roerdomp kan zich erg goed camoufleren tussen het riet. De meeste kans om deze te zien maak je op de Kattesteertvijver, die rondom in het riet staat.
Van boven naar onder: Meerkoet, de Oeverzwaluw wand, de Kievieten en Wulpen bij elkaar en de Tafeleend man en vrouw.
De provincie Antwerpen is beheerder van het Prinsenpark. De meeste vijvers van het Provinciaal domein Prinsenpark te Retie (provincie Antwerpen) ontvangen vanuit het Kanaal Bocholt-Herentals, water afkomstig van de Maas. De Maas en de ermee verbonden kanalen zijn bekende reservoirs van exotische ongewervelden. Vanaf Sas 6 wordt het uit de Maas afkomstige kanaalwater aangevoerd door een brede sloot, die onmiddellijk afwaarts de weg Retie-Geel splitst in een oostelijke en westelijke tak. De oostelijke tak, plaatselijk Oostelijke Toevoersloot genoemd, brengt het water naar de Kleine of Vierkante Vijver en de Gertrijvijver of Grote Vijver. Beide vijvers worden permanent doorstroomd met kanaalwater.
Ten noorden van de Gertrijvijver bevindt zich een Afvoersloot die het water via het natuurgebied ’s Gravendel afvoert naar de Witte Nete, de bovenloop van de Kleine Nete. De westelijke tak voorziet de meer westelijk gelegen Kattesteertvijver en Kleine Hooibeekvijver van water. De afwatering gebeurt naar de Breiloop, een zijbeek van de Kleine Nete. Sinds 2010 zijn er elk jaar veel waarnemingen die wijzen op een territorium van roerdompen in de Kattesteertvijver. Hoogstwaarschijnlijk hetzelfde koppel roerdompen zijn ook al gesignaleerd in de Kleine Hooibeekvijver en zelfs in de Dekshoevevijver, de gemeentelijke visvijver van de stad Geel waar ondanks de hoge hengeldruk nog een rustige oever met riet voorkomt.