De Boomklever man op de zwam schuin boven het nest.
Vanmorgen was het nog zwaar bewolkt. Later kwam de zon alsnog tevoorschijn, maar toen was ik al weer weg. Tijdens Pasen moet je ook aan je gezin denken. Zonnige dag komen nog wel....
Het vrouwtje keert terug op het nest.
Het vrouwtje van de boomklever was even de vleugels gaan strekken. Een poos later kwam ze weer terug naar het nest. Lang mag ze niet weg blijven, anders koelen de eitjes te veel af. Het vrouwtje zorgt voor het uitbroeden. Met regelmaat komt het mannetje haar insecten brengen, maar voor het poepen en drinken moet ze het nest toch even verlaten. De jongen worden gevoerd met insecten en andere ongewervelde dieren die in de snavel worden meegebracht.
Het mannetje komt met insecten naar het nest en voert zijn vrouwtje
Er is een subtiel verschil zichtbaar tussen de man en de pop. Bij de man zijn de bruine flanken scherper afgetekend en feller van kleur dan bij de pop. Qua grootte is er geen verschil en ook de roep verraadt het geslacht niet aan de mens. Een koppel bewoont een vrij klein eigen gebied en blijft daar het hele jaar. Meestal broedt vooral de pop de eieren in 15 dagen uit, de man helpt wel goed mee met het voeren. Met ongeveer 18 dagen vliegen de jongen uit, ze blijven dan nog een half jaar in de buurt van de ouders voor ze een eigen plekje zoeken.
In de herfst zijn er daarom soms kleine groepjes te zien, dit zijn jongen die nog niet geslachtsrijp zijn en nog geen partner hebben, volwassen vogels leven als koppel. De jongen vormen paren in het vroege voorjaar.