De Boomklever begint nu aan zijn broed
De boomklever broedt van april tot juli in boomgaten of spechtengaten. Soms broedt hij ook in gaten in muren of in nestkastjes. Hij maakt het nest niet zelf, maar gebruikt bijvoorbeeld oude, verlaten holen van spechten. Hij pleistert de ingang dicht met klei vermengd met speeksel zodanig dat hij er zelf nog net door kan. De broedduur bedraagt circa 2 weken. Waarschijnlijk broedt alleen het vrouwtje en wordt zij tijdens het broeden door het mannetje gevoerd.
Beide vogels verzorgen de jongen. Deze vliegen na 24 dagen uit. Meestal is er één broedsel per jaar, heel soms twee. Gewoonlijk bestaat het legsel uit 7 tot 9 eieren, maar soms ook uit slechts 5, maar een enkele keer kunnen er zelfs wel 11 eitjes gelegd worden. De eieren zijn melkwit met grote bruine vlekken en grijs-violette ondervlekken.
Opvallend zijn de kleine territoria; meestal niet groter dan 1000 m². In een eenmaal gevestigd territorium blijven ze het hele jaar door en komen er alleen enigszins buiten in de winter, in een tijd van voedselschaarste.