De zang van de Bonte Vliegenvanger
De bonte vliegenvanger is een kleine zangvogel (± 13 centimeter, 9-15 gram) uit de familie van de vliegenvangers (Muscicapidae). Het is een van de vier soorten zwart-witte vliegenvangers die in het westers Palearctisch gebied voorkomt. De bonte vliegenvanger bouwt zijn nest meestal in holtes, bij voorkeur in eiken. Bij de bonte vliegenvanger is polygynie gebruikelijk, waarbij het mannetje niet in de onmiddellijke omgeving een tweede vrouwtje tracht te veroveren. Na de paringen gaat het mannetje terug naar het eerste vrouwtje en helpt met het voeden van de jongen.
Het mannetje van maakt met zijn zang andere in de omgeving duidelijk dat hij hier met zijn vrouwtje woont. "Blijf weg", is de boodschap.
De Bonte Vliegenvanger wordt vooral aangetroffen in half open loof- en gemengde bossen met een gevarieerde structuur. Het meest in het zuiden en oosten van Nederland. Ze eten insecten zoals vliegen, muggen, vlinders en libellen, maar ook oorwurmen en sprinkhanen. Vanaf een zitpost maken bonte vliegenvangers korte vluchten achter vliegende insecten aan, en vangen deze in volle vlucht.
Rond de eeuwwisseling werd het aantal broedparen van de bonte vliegenvanger berekend op ongeveer 14.000 tot 18.000 paren. Doordat ze veel gebruik maken van nestkasten, was dat een tamelijk betrouwbare indruk van de populatie. In de laatste tien jaar zit de soort weer in de lift en namen de aantallen toe.
Een vliegje wordt opgemerkt, en direct wordt er door de vliegenvanger gereageerd.
Indringers worden niet geduld. Boven het nest is een Fitis komen zitten, die door de vliegenvanger nauwlettend wordt gevolgd.
De Fitis is weer terug. Kort daarna is die door de vliegenvanger verjaagd.