De blauwe reiger is de bekendste vertegenwoordiger van de familie in België en Nederland. Op het Beleven in Reusel zaten meer blauwe reigers dan gebruikelijk. Dat was ook te merken aan het gedrag van deze grote vogels. Waar er veel bijeen zitten ontstaat wel een ruzie, zo ook op het Beleven. De blauwe reiger broedt van februari tot in juni. De broedduur bedraagt ongeveer 23 tot 28 dagen. Zowel het mannetje als het vrouwtje broeden de eieren uit, vanaf het eerste ei. Mogelijk werd het te druk om een veilige omgeving rond een nest te behouden.
De vogel is een solitaire soort, maar broedt in grotere of kleinere kolonies. De nesten worden hoog in de bomen gebouwd. Ze zijn vrij groot en plat en bestaan uit takken, gevoerd met takjes, gras en veertjes. Een enkele keer wordt in struiken of riet gebroed. De vrouwtjes produceren een enkel legsel per jaar, gewoonlijk bestaande uit 3 tot 5 eieren, zelden 6. De eieren zijn ongevlekt, blauwgroen en zonder glans. Ze zijn gemiddeld 60 bij 43 mm groot. De eieren zijn vaak bevuild.
Sinds 1963 is de blauwe reiger in Nederland volledig beschermd. Dit heeft tot een aanpassing aan de mens geleid. Bovendien worden ze steeds vaker gevoerd, waardoor ze minder gevoelig zijn voor strenge winters en steeds vroeger gaan broeden. In de steden is dat soms al eind januari. In de jaren zestig werden ook beschermingsmaatregelen van kracht in Engeland en Duitsland, in de jaren zeventig in Frankrijk en België.