vrijdag 4 januari 2019

Opkrullende strookzwam en Oranje druppelzwam

Vanmiddag zag ik tijdens een wandeling door de bossen van de Pan in Hapert twee zwammensoorten die mijn aandacht trokken. De eerste was de ernstig bedreigde Opkrullende strookzwam. De Opkrullende strookzwam is van 1985 tot 2019 slechts 11 keer waargenomen. De tweede de oranje druppelzwam.

Update: Deze zwam is aangemeld was bij Waarneming.nl, waarna een monster is opgestuurd naar Melchior van Tweel, die microscopisch onderzoek heeft verricht. De zwam is 9 januari 2019 goedgekeurd, zie: www.waarneming.nl/observation/166396232/. Daarmee is het de 19e vondst in Nederland ooit, sinds de eerste registratie in 1855. De eerdere 18 vondsten staan vermeld op www.verspreidingsatlas.nl/0255030. Deze is de tweede vondst uit Noord Brabant, ooit.

VALIDATIE TOELICHTING:
Controle door Melchior van Tweel: "Generatieve hyfen met meervoudige gespen en ca 5 um breed. Sporen (soms iets gebogen) ellipitisch tot cylindrisch 8x3 7x2,5 8x3 7x2,5 um; Sporen 1-2 per mm"

Het ernstig bedreigde Opkrullende strookzwam (Antrodia ramentacea)

Opkrullende strookzwam (Antrodia ramentacea) staat op de rode lijst als ernstig bedreigd. Deze soort is gemakkelijk te herkennen aan de grote poriën van ca. 1 mm breed en de relatief grote sporen. Uit Nederland alleen van enkele vondsten uit dennenbossen langs de kust bekend. De Opkrullende strookzwam (Antrodia ramentacea) onderscheidt zich van de meeste andere witte, resupinaat groeiende gaatjeszwammen door het voorkomen op dennentakken en de wijde gaatjes (1,3-1,7 per mm). De vruchtlichamen kunnen een lengte bereiken tot 8 cm.

De Opkrullende strookzwam groeit vooral aan de onderzijde van afgevallen dennentakken, vaak op de schors. De soort staat te boek als zeer zeldzaam. De soort is opgenomen in de Rode Lijst wegens het gering aantal waarnemingen in de periode 1990-2007 in vergelijking tot de periode 1900-1990.

Lees ook het eerste artikel van deze vondst: jozefvanderheijden-foto.blogspot.com/zeer-zeldzame-opkrullende-strookzwam


Oranje druppelzwam (Dacrymyces stillatus)

Oranje druppelzwam, Dacrymyces stillatus (of "oranje dropzwam") is een algemeen voorkomende schimmelsoort die op allerlei dood hout kan verschijnen, in bossen, parken en tuinen. De zwam wordt vaak aangetroffen op schuttingen die plaatselijk verrot zijn, op (geverfde) houten gevelbetimmeringen van huizen en op hekpalen en tuinmeubels. In een Zweeds en een Japans onderzoek werd de zwam vooral op naaldhout gevonden, maar in Nederland is populierenhout een geliefd substraat. Druppelzwammen veroorzaken bruinrot en verschijnen meestal pas wanneer een stuk hout al behoorlijk ver is vergaan en de bast van een gevallen stam al geheel is verdwenen.

Voor zijn groei maakt de schimmel gebruik van afbraakproducten die door eerder aanwezige saprotrofe organismen zijn gevormd, en wellicht parasiteert het mycelium van de druppelzwam ook op het mycelium van zijn voorgangers. De vruchtlichamen hebben aanvankelijk de vorm van kleine, intens oranje gekleurde bolletjes of cilindertjes, met een diameter van 1 tot 2 mm. Dit is het conidiënstadium van de zwam waarin er ongeslachtelijke sporen worden gevormd. Later nemen de paddenstoeltjes in omvang toe (tot 3 à 6 mm) en worden goudgeel tot bleekgeel van kleur. Aangrenzende vruchtlichamen kunnen dan samenvloeien tot een "kluwen" die van bulten en groeven is voorzien.

Uit de aanwezigheid van meerdere bulten blijkt dat zo'n kluwen uit vele afzonderlijke vruchtlichamen is ontstaan. Het vlees van de paddenstoel is zacht en gelatineachtig, zoals het vlees van trilzwammen. Wanneer de vruchtlichamen uitdrogen vormen ze een onherkenbaar dun vliesje op het hout. Aangezien de sporen door regenwater worden verspreid verschijnen de paddenstoeltjes vooral tijdens perioden van nat weer. De druppelzwam komt over bijna de gehele wereld voor. De ultrastructuur van hyfen van de druppelzwam is onderzocht met de electronenmicroscoop.