De merel broedt van eind maart tot in juli. Heeft 2 legsels (soms 3) per broedseizoen, met elk 4-5 eieren. Broedduur: 11-15 dagen. Merels maken hun nesten in heggen, struiken en lage bomen. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen. Ze compenseren dit natuurlijke verlies door veel jongen groot te brengen. Jongen zitten 12-15 dagen op het nest. Als ze zijn uitgevlogen, worden ze nog 2-3 weken verzorgd door soms alleen het mannetje terwijl het vrouwtje alweer aan een nieuw broedsel begint.
De merel man heeft z'n snavel vol met wormen.
Ook het vrouwtje haalt de wormen uit het gras zonder te hoeven zoeken, zo lijkt wel.