donderdag 30 maart 2017

Natuurwandeling: Hageven Neerpelt

Het Hageven is een natuurgebied in het noorden van de Belgische provincie Limburg. Samen met het aangrenzende gebied De Plateaux in de Nederlandse provincie Noord-Brabant is dit het internationale natuurgebied Plateaux-Hageven. Het Hageven ligt in de gemeenten Neerpelt, bij het dorp Grote Heide, en Lommel, bij het dorp Kolonie. Het gebied van 350 hectare omvat (inlandse) duinen (rivierduinen) met droge en natte heide, vennen en rietland. Het gebied wordt beheerd door de Vlaamse natuurbeschermingsvereniging Natuurpunt. Bij Grote Heide bevindt zich in het dal van de Dommel het Bezoekerscentrum De Wulp van Natuurpunt. De heiden worden begraasd door Galloway-runderen.

De Rietgors (man)

Eén van de bekendste en meer algemene gorzen in Nederland. De rietgors is vrij onopvallend, maar de mannetjes kunnen in het voorjaar gemakkelijk gezien worden in de toppen van struiken en in het riet. Een redelijk algemene soort van moerassen, natte ruigtes en jonge boomopslag. Mannetjes hebben een huismus-achtig kleed met een zwarte kop en keel, een witte halsband en een dunne witte baardstreep. In het najaar en de winter verdwijnt het zwart voor het grootste deel. Dan hebben ze net als vrouwtjes en jonge vogels een bruinachtige kop met een dunne lichte streep langs de wangen en aangrenzend een donkere, driehoekige streep. Daarnaast hebben vrouwtjes nog een lichte streep achter het oog en diffuse streping op de borst. Bovensnavel licht gebogen, i.t.t. andere soorten gorzen. Wit op buitenste staartpennen valt op bij wegvliegen. "Knipt" vaak met staart.

Tafeleend

Tafeleenden zijn duikeenden die vooral in de herfst, winter en het vroege voorjaar in Nederland te zien zijn. Ze houden zich meestal in groepen op en zijn na zonsondergang het meest actief. Opvallend is dat het mannetje van de tafeleend al in juni wegtrekt, als het vrouwtje nog aan het broeden is. De vrouwtjes en de jongen volgen later.

Tjiftjaf

De tjiftjaf is een kleine, onopvallend bruingeelgroen gekleurde vogel. In het voorjaar en de vroege zomer bijna overal horen. De tjiftjaf is (vooral) een bosvogel die houdt van een rijke ondergroei; veel struikgewas en lage bomen. Wordt in uiterlijk vaak verward met de fitis, maar door het herhaald roepen van zijn eigen 'tjif-tjaf' is snel duidelijk welke van de twee het is.

Zomertaling

Zomertalingen zijn prachtige eenden die broeden in open moerassen en agrarisch gebied met voedselrijke sloten en ondiepe plassen, voorzien van rijke, niet al te hoge en dichte water- en oevervegetatie. Het nest bevindt zich in dichte kruidenvegetatie of in een graspol. Het voedsel bestaat uit allerlei plantaardig en dierlijk materiaal, en wordt op of net onder de waterspiegel verzameld. Zomertalingen zijn lange-afstandstrekkers die ten zuiden van de Sahara overwinteren, onder meer in de Sahel.

Aalscholver

De aalscholver is een oude, vertrouwde bewoner van het waterrijke Nederland. Het is een forse, donkere watervogel met gehaakte snavel. Een goed instrument voor de visvangst. Hun vlucht is stevig en resoluut, ze vliegen in strakke lijn naar hun bestemming. Vertrouwd is ook het beeld van aalscholvers met gespreide vleugels om ze te laten drogen. Aalscholvers broeden in kolonies.

Knobbelzwaan

Knobbelzwanen stammen deels af van om hun dons gekweekte vogels, maar is ook inheems. Als deze grote vogels overvliegen, klinkt een luid fluitend geluid van de vleugels. Niet-broedende zwanen zijn veelal op weilanden te zien, waar ze zich tegoed doen aan gras. Beide partners van een broedpaar zijn elkaar meestal een leven lang trouw. Sterft een van beide vogels, dan zoekt de ander soms pas na enkele jaren een nieuwe partner.

Links; Een aanvliegende Grouwe gans, rechts de Grote Canadese gans.