maandag 7 juni 2021

De Kleine karekiet met een ring om z'n pootje

Vanmorgen fotografeerde ik in Netersel een Kleine karekiet met een ring om zijn linker poot. Het hele nummer was niet te lezen omdat het nummer met een bocht om de ring draait. Ik heb de ring aangemeld bij Giel, een onderdeel van Vogeltrekstation.nl.


Deze Kleine karekiet heeft een ring om z'n pootje

In veel landen waaronder Nederland worden wilde vogels voorzien van een ring voor onderzoek. Belangrijke onderwerpen daarbij zijn de overlevingskans van vogels, hoe oud vogels kunnen worden en waar ze naartoe trekken. Wanneer een vogel een ring krijgt omgelegd, worden er verschillende gegevens verzameld. Er wordt gekeken hoe oud de vogel is, hoe groot de vogel is en in welke conditie de vogel verkeert. Wordt een geringde vogel later teruggevonden, dan worden de gegevens geanalyseerd en kunnen er conclusies worden getrokken, bijvoorbeeld over de overlevingskans. Er wordt ook gekeken of er nog verder onderzoek kan worden gedaan om de resultaten te verklaren. Het ringonderzoek wordt over het algemeen geregeld door het Vogeltrekstation en Sovon.

De ringen zijn van metaal, de kleinere maten van aluminium, de grote en die welke gebruikt worden voor langlevende soorten zoals zilvermeeuw van staal. De ringen worden met behulp van een speciale ringtang, zoals op bijgaande afbeelding is te zien, dichtgeknepen. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat de uiteinden naadloos op elkaar aansluiten, zodat de vogel er zo min mogelijk last van heeft. Voor gedragsonderzoek worden soms naast de metalen ring ook gekleurde ringen aangebracht, die voorzien zijn van een inscriptie die op afstand met de verrekijker afleesbaar is.


In Nederland en Belgiƫ mogen alleen gediplomeerde ringers ringen. De ringers hebben voordat ze in bezit kwamen van een vergunning een examen afgelegd waarin ze bewezen hebben dat ze over de kennis beschikken die nodig is. Tijdens het ringen worden naast soort, ouderdom en geslacht ook biometrische gegevens van de vogels vastgelegd. Deze moeten een beeld geven van de conditie waarin de vogel verkeert. Gangbare gegevens zijn: vleugellengte, gewicht, ruistadium, omvang van de borstspier en vetgraad. De manier waarop deze gegevens worden vastgelegd is gestandaardiseerd, zodat, wanneer de vogel op hetzelfde of een ander ringstation wordt teruggevangen, een beeld kan worden opgebouwd van de ontwikkeling die de conditie van die specifieke vogel doormaakt.