woensdag 2 juni 2021

Het Weidebeekjuffer vrouwtje eet haar prooi

Weidebeekjuffers eten insecten, veelal kleine, vliegende insecten zoals muggen, vliegjes en motjes. Ze eten zittend tegen een rietstengen of op een blad van een plant aan de waterkant, maar kunnen ook eten terwijl ze vliegen. De larven leven in het water en eten allerlei minuscule waterbeestjes en zelfs kleine visjes of kikkervisjes. Ook zijn het kannibalen want de larven eten ook libellenlarven, zolang die maar kleiner zijn dan de larf zelf. Overigens is de larf van een libel zelf ook voedsel voor verschillende waterdieren. Daarom proberen ze zich zo goed mogelijk te verstoppen.


Het Weidebeekjuffer vrouwtje eet haar prooi

De weidebeekjuffer is een 45 à 48 mm grote juffer uit de familie van de beekjuffers (Calopterygidae), die vrij algemeen voorkomt bij stromend water van redelijke kwaliteit. De weidebeekjuffer vliegt van mei tot september, bij voorkeur bij langzaam stromende beken, maar ook bij rivieren en kanalen. Door de vlinderachtige vlucht vormen ze een opvallende verschijning.

Mannetjes hebben een blauw metaalglanzend lichaam met een grote zwarte vlek in vleugels (van knoop tot vlak onder top). Vleugeladers met blauwe glans. Geen pterostigma's. De onderkant van de achterlijfspunt is vuilwit gekleurd. Vrouwtjes: groen metaalglanzend lichaam. Vleugels egaal van kleur, groen tot groenbruin getint. Wit pterostigma, waarin vleugeladers doorlopen ('pseudopterostigma').