Het broedseizoen is in volle gang en dat merk je aan de vogels. Je hoort en ziet ze minder omdat ze druk in de weer zijn met voedsel zoeken voor de jonge vogels op het nest. De baltszagen zijn ook niet meer nodig. De paartjes zijn immers al gevormd. De zang die je nu hoort dienen om het territorium af te bakenen.
In de lente hoor je de vogels in de tuin nog druk kwetteren, maar in de zomer hoor je daar niet zo veel meer van. Dat vogels in de zomer zo stil zijn komt niet door het warme zomerweer, maar doordat ze weinig aanleiding tot en weinig tijd voor zingen hebben. Zo hebben tal van vogels het te druk met het aanvullen van hun energiereserves voor de maanden die komen gaan. In de lente zingen mannetjes uit volle borst om vrouwtjes te imponeren en hun territorium af te bakenen. Tijdens het broedseizoen houden vogels zich ook vaak stil om geen aandacht te trekken van rovers zoals katten, kraaien en koekoeken. Nu is voor de meeste vogels de broedtijd voorbij en hebben ze andere zaken aan hun hoofd. Alleen vogels zoals de merel, die nog met hun tweede of derde broedsel bezig zijn kan je af en toe nog horen zingen.
Er zijn echter nog een paar uitzonderingen. Door de overvloedige aanwezigheid van insecten in Nederlandse moerasgebieden gaan veel moerasvogels langer door met broeden. Daar hoor je nog vaak kleine karekieten en snorren zingen. Ook de putter kan je in de buurt van boerderijen en boomgaarden nog horen zingen.
Mocht je een zachte, rommelige en niet herleidbare zang horen, dan is de kans groot dat een jonge vogel aan het oefenen is. Pas volgende lente zal deze een volleerd zanger zijn.