woensdag 19 mei 2021

Bonte vliegenvangers zingen om een vrouwtje

Vanmorgen hield de Bonte vliegenvanger zich weer op in de nabijheid van de nestkast waar hij gisteren belangstelling in had. Er zijn drie mogelijkheden; 1) hij wil een nest bouwen, 2) hij heeft geen haast of wil het vrouwtje eerst voor zich winnen, of 3) hij woont of gaat op een andere plaats een nestkast zoeken. Dat laatste kan tegenvallen, en dat hoop ik ook. De meeste nestkasten zijn al bezet door de mezen, die al meer dan een maand geleden begonnen met nestbouw. Dus hoop ik dat de Bonte vliegenvanger zijn intrek neemt in mijn nestkast.



De Bonte vliegenvanger zingt om een vrouwtje te lokken of om zijn territorium te verdedigen.

Bonte vliegenvanger mannetjes hebben regelmatig twee vrouwtjes. Ze krijgen dit voor elkaar door nadat ze gepaard zijn geraakt, vaak enkele honderden meters verderop weer te gaan zingen om een tweede vrouw aan te trekken. Voor deze zogenaamde ‘bijvrouwtjes’ is dit nadelig, want die krijgen zo’n 20% minder uitgevlogen jongen dan de eerste vrouwtjes. Dit fenomeen staat bekend als polygynie en is afkomstig van de Griekse woorden poly (= veel) en gune (= vrouwen). De Nederlandse term luidt veelwijverij. Insecten zoals vliegen, muggen, vlinders en libellen, maar ook oorwurmen en sprinkhanen staan op de menukaart van de Bonte vliegenvanger. Vanaf een zitpost maken bonte vliegenvangers korte vluchten achter vliegende insecten aan, en vangen deze in volle vlucht.


Bonte vliegenvangers zijn de laatste 20 jaar weliswaar acht dagen eerder gaan broeden maar de rupsenpiek schoof in diezelfde periode met 16 dagen naar voor in het seizoen. Ze lijken dus maar in beperkte mate die vervroegde rupsenpiek bij te benen. Gevolg: problemen, want door het niet samenvallen van de rupsenpiek en het moment waarop de jongen in het nest zitten - en dus een grote voedselbehoefte hebben, moeten bonte vliegenvangers hun jongen grootbrengen onder minder gunstige omstandigheden dan in het verleden.