zondag 2 mei 2021

Merel vrouw, 'schiet eens op met die wormen'

Als je de gedachten van een vogel zou kunnen lezen, zou je versteld staan. Vanmorgen was een Merel man wormen een het zoeken toen het vrouwtje aan kwam vliegen en in een boompje landen. Ze zat naar beneden te staren om te zien wat de man zoal uit de grond wist te halen. Toen ze een paar keer riep, keek de man omhoog. Daarna trok hij een regenworm uit de grond en vlogen ze gezamenlijk de zelfde richting op. Bleef de man te lang weg, en kwam zij haar man halen? Als ik hun gedachte kon lezen zou ik daar een antwoord op kunnen geven. Nu moeten we met wat fantasie het antwoord verzinnen.


"Schiet je nog op met die wormen?", lijkt vrouw merel te denken. Man trekt een regenworm uit de grond en vliegen samen de zelfde kant op.

Merels zijn goed in het zoeken naar regenwormen. Maar hoe weet een Merel waar hij of zij moeten zoeken? Regenwormen leven in de grond, maar komen ook regelmatig naar boven. Dat doen ze om afgevallen bladeren te eten of om uitwerpselen achter te laten. Onder grasland en dus ook onder de gazon grasmat leven veel wormen, en dat weet de merel ook. Daarom zit de vogel met zijn goudgele snavel vaak op een gazon heen en weer huppen. Hierbij let de merel op elke beweging en grijpt bliksemsnel toe als een worm zich laat zien. Het gehup merken de wormen in de grond op. De wormen denken dat regendruppels op de grond vallen en komen naar boven. Ze willen namelijk niet verdrinken in de gangen.

Merels hebben een aantal vaste gewoonten. Zingen doen ze het liefst van op een hoge uitkijkpost zoals de top van een boom of de nok van een dak. Voedsel zoeken ze op de grond. En graag op je gazon. Merels huppen meestal met beide poten tegelijk over je grasveld om dan plotsklaps te stoppen. Geconcentreerd en bewegingsloos luisteren en kijken ze naar iets lekkers op de grond. Daarbij heerst er een waar spanningsveld in je tuin. Merels zijn weinig sociaal en zien andere vogels als grote concurrenten. Ze foerageren opmerkelijk trager als er andere merels in hun buurt zijn. Elkaar verjagen wordt dan de grootste prioriteit. Zelfs als andere vogels intussen het meeste eten verorberen.


Soms zit moeder Merel met een dilemma, moet de kuikens warm houden, of moet ze op zoek gaan naar voedsel. Als ze te lang van van haar nest weg blijft zouden de kuikens teveel af kunnen koelen. Als ze te lang op het nest blijft zitten blijven de jongen wel warm, maar krijgen de jongen te weinig voedsel. Daarom moet de Merel man het meeste voedsel bij elkaar zoeken, zodat het vrouwtje de jonge vogeltjes op het nest warm kan blijven houden. Merels vangen veel motten voor haar jongen, misschien vinden ze dit het meest voedzame voedsel. Een kleine vlinder opvouwen en in een kuikensnavel stoppen is nog wel een hele toer. De Merel probeert het voedsel zo ver mogelijk achterin de keeltjes van de jongen te stoppen. Dit doet ze omdat de jongen het voedsel nog niet goed kunnen doorslikken als het voor in hun snavel ligt. De keeltjes van jonge vogels zijn hier op gemaakt en zullen niet snel beschadigen. Het voedsel dat ze geeft bestaat uit zachte delen dus ook dit kan geen beschadigingen veroorzaken. Vogels hebben geen tanden en daarom vindt de hele afbraak van het voedsel plaats in het spijsverteringskanaal. In de speciale spiermaag wordt voedsel fijn gemalen.


Merels zitten vaak te baden in de zon, maar een plas water kunnen ze ook el appreciƫren.

Even later kwam de man weer terug en nam een bad. Merels zitten graag net in het pak. Ze onderhouden hun veren zorgvuldig. In een zonnig hoekje spreiden ze vleugels en staart. Met de snavel open genieten ze -bijna extatisch- van een warm stofbad. In werkelijkheid brengt het sterke zonlicht aanwezige parasieten in beweging waardoor merels ze kunnen wegpikken. Behalve zonnebaden zien we merels ook vaak baden in een plas water. Tijdens de rui vervangen ze een groot deel van het verenpak. Op dat moment is de huid nog beter bereikbaar voor steekmuggen. Die kunnen het usutu-virus overbrengen. Merels zijn daar helaas hypergevoelig voor. Verzwakt en vermagerd zitten ze bol en maken een lusteloze indruk. Een verschil met een gezonde, ruiende of zonnende, merel die er ietwat rommelig maar alert uitziet. Het laatste jaar lijken de merels minder besmelt te worden door het usutu-virus. Er worden minder sterfgevallen gemeld en de merels nemen weer in aantal toe.