Hoewel veel insecteneters door het aanhoudende koud langer wegblijven of maar mondjesmaat terug zijn uit het warme zuiden, is de Zwartkop al begonnen met het verzamelen van nestmateriaal. Ik heb zowel de man als het vrouwtje nestmateriaal zien verzamelen, maar daar kon ik nog geen foto van gemaakt krijgen. Wellicht komt dat nog.
De meeste Zwartkoppen vind je op de hoge gronden, met name in gevarieerde bossen met een hoog aandeel loofhout. Ze kunnen ook broeden in grote tuinen met veel beplanting, met name daar waar oude bomen en veel dichte struiken voorkomen. De landelijke broedpopulatie nam de afgelopen tientallen jaren continu toe. De Zwartkop is beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn en de Wet natuurbescherming. Voor deze soort zijn in Nederland geen Natura 2000-gebieden aangewezen. De Staat van Instandhouding van de Zwartkop als broedvogel in Nederland is gunstig.
Ze zingen vaak vanuit boom of top van struik. Een aanwijzingen voor een nest is de alarm roep; ritmisch herhaald 'wet-wet-wet'roepje (lijkt op dat van Tuinfluiter maar minder scherp). Het mannetje begint met de nestbouw. Hij bouwt verschillende platformpjes, waarna het vrouwtje haar keuze maakt. Daarna voltooien beide partners het gekozen nest. Beide partners zorgen voor het voedsel van de jonge vogeltjes in het nest en verwijderen de uitwerpselpakketje. De zangactiviteit broedvogels zakt snel in na eileg.
De Zwartkop broedt in bossen en allerlei halfopen landschappen met bomen en struiken, inclusief dorpen en stedelijk gebied. De eileg begint eind april en gaat door tot tot eind juni, met een piek in mei en begin juni. Eén tot twee broedsels per jaar, meestal 4-5 eieren, broedduur 12-16 dagen, nestjongenperiode 11-12 dagen, jongen worden na uitvliegen nog 2-3 weken gevoerd.