maandag 3 mei 2021

De natuur loopt dit jaar een maand achter

Het wil maar geen voorjaar worden, laat staan weer waar we weer van kunnen genieten. En daar hebben wij niet alleen last van, ook de natuur loop een maand achter ten opzichten van vorig jaar en de jaren daarvoor. Wellicht doet dat meer denken aan voorjaarstemperaturen die je uit de jaren 80 zou verwachten. Boomknoppen ontwikkelen zich langzamer en hebben zelfs een tijdje op pauze gestaan, de vogels moet je gaan zoeken. Je hoort de vogels minder en ze zijn nog maar nauwelijks aan het broeden. Hoe komt dat nu?


Vanmorgen maakte ik deze foto. Eikenbomen zonder blad. En zo staan meerdere boomsoorten er nog bladloos bij.

Ook in 2013 liep de natuur achter op schema. Toen maar drie weken. De ontwikkeling van planten is door de kou in de afgelopen maand verder vertraagd. De natuur ligt nu gemiddeld ongeveer vier weken achter op het gemiddelde van de afgelopen jaren. Na de meteorologische lente is nu ook de astronomische lente begonnen. Die begon met een ijskoude nacht. Het leek de afsluiting van een wat koudere periode die vanaf eind februari begon. De zeer warme periode van 20 tot 25 februari lijkt al weer ver achter ons te liggen. De ontwikkeling van het lentegroen verloopt door de recente koude periode traag. In vergelijking met de gemiddelde bloeiwaarnemingen uit de periode 1940 tot en met 1968, ligt de ontwikkeling dit jaar zo’n vier weken voor. De gemiddelde temperatuur in januari en februari lag vroeger op 1,5° Celsius. Dit jaar waren de eerste twee maanden van het jaar met 3,8 graden beduidend warmer. In vergelijking met vorig jaar is dit jaar echter ‘koud’ begonnen. De gemiddelde temperatuur in januari en februari kwam vorig jaar uit op 6,7° Celsius. Dat is ook de reden dat de natuur vorig jaar zo’n twee weken eerder dan dit jaar tot ontwikkeling kwam.

De aantallen Tuinfluiters, Grasmussen en Braamsluipers blijven vooralsnog behoorlijk achter ten opzichte van de voorgaande jaren. Dat blijkt uit vogeltellingen in het hele land. Ook elders in West-Europa leveren tellingen nog maar weinig van deze zangvogels op. Waarschijnlijk zorgt de aanhoudende noordelijke wind en koude voor vertraging tijdens hun reis vanuit Afrika naar de broedgebieden. Enkele zangvogels die normaal gesproken eind april massaal in ons land arriveren, lijken nu nog maar mondjesmaat aanwezig. Het gaat om soorten als de genoemde Tuinfluiter, Grasmus en Braamsluiper.


Links 21 april 2020: de bomen tooien al weelderig groen, rechts 20 April 2021: de Appelvink in een boompje met nagenoeg geen boomblad.

Bij de vogels is het begin april letten op de eerste tjiftjaf, roodborsttapuit, zwarte roodstaart, Bonte vliegenvanger, blauwborst, fitis, zwartkop, boompieper en boerenzwaluw. Dinsdag 6 april j.l. werden we nog getrakteerd op een laagje sneeuw. Het eerste wat de koude vertraagt is de vorming van boomblad. Ook de struiken ontwikkelen erg traag blad. Het gevolg daarvan is dat de rupsen zitten te wachten om uit de eitjes te komen. De natuur voelt dat perfect aan. Als de rups uit zijn eitje kruipt wil hij maar 1 ding: eten. De rups groeit en groeit, en moet daar veel boom en struiken blaadjes voor eten. De meeste vogels voeden hun jonge kuikens insecten, spinnetjes en heel veel rupsen. De rupsen bevatten veel proteïne, wat de bouwstenen zijn voor de groei van de jonge vogeltjes op of in het nest. Zolang er geen of onvoldoende blad aan de bomen staat kunnen de vogels ook geen rupsen vinden. Geen rupsen betekend dat de pasgeboren jongen het niet zullen overleven.

De eiken, de sleedoorn, de meidoorn, hazelaars, krentebomen, het zijn voorbeelden van bomen en struiken die in voorgaande jaren half april al ruimschoots uitgelopen waren of bloeiden. Toch zijn er vogels die nu hun voordeel doen met deze koudere periode. Met name voor de weidevogels is het prettig, omdat het gras langzamer groeit, waardoor de boeren nog even wachten met maaien. Zo hebben de weidevogels meer tijd om te broeden en hun jongen groot te brengen.

Als we de weersverwachtingen van de komende week er op na slaan gloort er licht aan de horizon. De komende dagen krijgen we opklaringen en is de kans op regen wel hoog. Het is 11 tot 14°C overdag en de temperatuur 's nachts daalt tot 4°C. Vanaf zaterdag wordt het met 18°C genieten. Zondag wordt het zelfs zomer als het kwik naar de 23°C stijgt. Maandag een paar graden minder, gevolgd door dagen met gemiddeld 17 tot 19°C. Is dat he werkelijke begin van beter weer?