woensdag 9 juni 2021

Vormen de Bruine korenbouten hier een trio?

Wie dacht dat de libellen in deze video een triootje vormen (net als ik aanvankelijk) kan zien dat er twee paringswiel koppeltjes aan elkaar hangen. Een tijd nadat ik de video publiceerde zag ik dat er iets niet klopte. Na het grondig bestuderen van de beelden, blijkt dat er sprake is van vier libellen, die twee koppels vormen. Bij een trio zou de achterste libel niet in haar nek vastgegrepen kunnen worden. Dat vrouwtje wordt wel met het grijpapparaat van een mannetje vastgehouden. Als je de aantal pootjes groepen telt is dat beter te herkennen. Waarschijnlijk is het voorste koppeltje geland op het hoofd van het mannetje van het achterste koppel, die zo uit het zicht verdwenen.


Vormen de Bruine korenbouten hier een trio?

Bij de paring wordt het vrouwtje niet rechtstreeks bevrucht. In de paringswiel houding wordt het vrouwtje in haar nek vastgehouden met de grijpapparaat van een mannetje. De mannetjes brengen het sperma in het spermazakje van de vrouwtjes die het mannetje vast grijpt. De paring begint eerst in de lucht, waarna ze neerstrijken op riet of gele lis. Vrouwtjes slaan daarbij hun poten om het mannetje en krassen daarbij een deel van de blauwe berijping af. Je kunt aan de donkere strepen op het mannetje zien of hij al gepaard heeft. Na de paring vliegen de libellen weg van het water.
Vóór de paring brengt het mannetje zijn sperma over naar zijn secundaire geslachtsorgaan. Hij doet dit omdat het primaire orgaan aan het uiteinde van het achterlijf op een onbereikbare plaats voor het vrouwtje gesitueerd is. Dit gedeelte wordt namelijk bij het begin van de paring gebruikt om het vrouwtje met de achterlijfaanhangsels vast te pakken bij het halsschild (juffers/gelijkvleugeligen) of achter de kop (ongelijkvleugeligen), waardoor ze in tandem gaan vliegen. Vervolgens wordt het paringswiel gevormd doordat de onderlijven bijeen gebracht worden.

Het vrouwtje neemt dan het sperma over van het mannetje; bevruchting vindt pas plaats bij de eiafzet. Deze paringsmanier is uniek voor libellen. Copulatie kan plaatsvinden in de vlucht of in rust. De duur van de paring is zeer verschillend, van enkele seconden tot meerdere uren.

De ontwikkeling van de libel verloopt vanaf eitje via larve tot volwassen insect met vleugels (imago). Libellen ondergaan via een serie van negen tot zestien vervellingen een onvolledige gedaanteverwisseling, niet een volledige metamorfose zoals vlinders, hoewel de verschillen tussen de laatste larvale fase en het volwassen insect zeer aanzienlijk zijn. De larven overwinteren twee keer. Uitsluipen gebeurt van eind april tot begin juni. De larven leven diep ingegraven in modder en bezinksel van langzaam stromende beken, riviertjes, zwakstromende sloten en in leemplassen. De Larvenhuidjes zijn over het algemeen te vinden tot maximaal een meter hoogte in de oevervegetatie.

De levensduur van volwassen libellen bedraagt bij de meeste soorten gemiddeld ongeveer zes tot acht weken. Bepaalde soorten leven echter niet langer dan twee weken. Het langst leven in Midden-Europa de Winterlibellen ('Sympecma'), die in het volwassen stadium overwinteren en daardoor tien tot elf maanden oud worden. Daarvan zijn ze ongeveer vier tot zes maanden actief.