vrijdag 18 juni 2021

Blauwe glazenmaker (Aeshna cyanea)

De Blauwe glazenmaker plant zich in allerlei stilstaande wateren voort. Onder meer bospoeltjes en tuinvijvers, soms bij beken. Vaak ver van water en ook in de stad te zien. Op de natte heide is deze glazenmaker te zien, vaak laag vliegend over het oppervlak.


De Blauwe glazenmaker man in de typische vertikale hanghouding

De Blauwe glazenmaker is een fors gebouwde glazenmaker, die veel minder blauw is dan de naam doet vermoeden. Het achterlijf is donker met een mozaïektekening van licht gekleurde vlekken. De zijkant van het borststuk is grasgroen met dikke zwarte naadstrepen. De schouderstrepen zijn verbreed tot brede groene vlakken. De lichte vlekken op de achterlijfssegmenten 8 – 10 zijn groot en 'samengevloeid', niet meer herkenbaar als gepaarde vlekken zoals bij segment 1 – 8. Deze contrasterende lichte punt van het achterlijf wordt wel 'lampionnetje' genoemd. Segment twee heeft een brede groene spijkervormige tekening. Bij het mannetje zijn de ogen aan de bovenkant blauw, evenals de vlekken aan de zijkant van het achterlijf en het gehele lampionnetje. In het veld is dit blauwe 'achterlicht' het duidelijkste kenmerk. De overige lichte vlekken op het achterlijf zijn meestal grasgroen, maar soms ook blauw. Bij het vrouwtje en bij jonge exemplaren zijn alle lichte delen aanvankelijk geel, later groen. De ogen van het vrouwtje zijn aan de bovenkant bruin. De lichaamslengte van volwassen dieren ligt tussen 67 en 76 mm.

Het hoogtepunt van het vliegseizoen is van eind juli tot half september. Voor juni en na oktober wordt de Blauwe glazenmaker zelden waargenomen. Gewoonlijk duurt de levenscyclus van de Blauwe glazenmaker twee jaar. De eerste winter brengt hij door als ei, de tweede winter als larve. De larve groeit op in modderige beschaduwde poelen of tuinvijvers met veel modder en bladafval. Daarom is hij ook vaak de enige libel die daar voorkomt doordat andere soorten wat kieskeuriger zijn. Het uitsluipen gebeurt meestal in de maanden juli en augustus. In ondiepe wateren en warme zomers kan een larve echter al voor de winter volgroeid zijn en nog diezelfde zomer uitsluipen. De rijpingsduur van de imago is drie tot zes weken, de levensduur van de imago is acht tot tien weken. Jagende en patrouillerende Blauwe glazenmakers vliegen in een kenmerkend rustig tempo laag over de grond, steeds langs dezelfde weg, op plaatsen met veel halfschaduw (bijvoorbeeld bospaden en tuinen). Ze zoeken hun omgeving minutieus af en komen daarbij vaak opvallend dicht in de buurt van mensen en bebouwing. Door dit gedrag komen Blauwe glazenmakers nogal eens binnenshuis achter het vensterglas terecht, of worden ze gevangen door huiskatten.


De Blauwe glazenmaker is weinig kieskeurig en plant zich voort in allerlei stilstaande en zwak stromende wateren, die vaak voedselrijk en sterk beschaduwd zijn. De voorkeur gaat uit naar kleine, stilstaande wateren in een beboste of parkachtige omgeving; vaak worden ze gevonden bij beschaduwde vijvers, plassen en poelen in de directe omgeving van houtopstanden, maar ook in de buurt van bebouwing en recreatiegebieden. Hij jaagt langs opgaande structuren als heggen, bosschages, lanen en parken, die soms ver van water af liggen.